-7- 10. Voorstel tot aankoop grond aan de Laguitensebaan ten behoeve van het bedrijven terrein De Waterman van de heer Van Steenoven (Bijlage nr. 48) De heer VAN DE RIJZEN heeft gelezen dat aan zijn voorwaarde, dat de zaak juridisch helemaal gezond moet zijn, is voldaan. Vaak gaat het algemeen belang ten koste van het belang van individuele bewoners. Hij wijst op de loyale medewerking van de grondeige naar, die het bedrijventerrein achter zich gevestigd ziet. Hij wil geen losse elementen uit de onderhandelingen halen. Er ligt een contract voor dat beoordeeld moet worden. Hij wil deze zaak positief benaderen. Het uitdrukkelijke verzoek van de portefeuillehouder heeft bij hem meegespeeld in die benadering. De heer JACOBS (CDA) heeft begrip voor de spoed waar de wethouder op heeft aangedrongen. Ook hij wil de zaak als geheel benaderen. Hij heeft nog een opmerking over de gevolgde procedure. Voorts vraagt hij of het huidige groen voldoet aan de eisen die daaraan in het bestemmingsplan gesteld worden, of dat nog aanpassing nodig is. Verder vraagt hij of onteigening binnen één jaar kan plaatsvinden. Mevrouw HAAST-DECKERS vraagt naar de consequenties van het bekostigingsbesluit. Voorts vraagt zij voor welk pand de vervanging van de garage geldt. Ze vindt het ver gaan dat er bij een onteigeningsprocedure een boete van 25,— per dag gaat gelden. De heer VAN DE SANDE spreekt van een gecompliceerd voorstel. Bij zijn aanvankelijke advies was de groenstrook nog niet meegenomen in het bestemmingsplan. Hij kan zich verenigen met de groenstrook en de aankoop van het fietspad. Hij vraagt nog een toelichting op artikel 11 punt, over de ontbindende voorwaarde. Hij vreest dat procedures door elkaar kunnen gaan lopen en pleit voor een formulering die wat meer tijd geeft. Hij denkt dat er een schrijffoutje zit in artikel 19 punt 2 bij de notariële overdracht van perceel A. De VOORZITTER zegt toe, dat laatste punt te laten verifiëren en zo nodig aan te passen. Wethouder BOURDREZ is erkentelijk voor de steun die het voorstel krijgt. De heer Van Steenoven maakt deel uit van het bedrijventerrein. Daar speelt het bekostigingsbesluit dus geen rol. Het bekostigingsbesluit speelt een rol bij gronden van derden die geen deel uitmaken van het bedrijventerrein. Voor de groenstrook van 4 meter is de gemeente onderhoudsplichtig. Het moet dus ook één geheel zijn. De juristen stellen dat ongeveer een jaar na het goedkeuren van een bestemmingsplan de onteigening gerealiseerd moet kunnen zijn. Maar om meteen daarna een boeteclausule toe te passen, gaat hem ook ver. Hij zegt toe nogmaals met de heer Van Steenoven te zullen overleggen over die termijn. De VOORZITTER vraagt de raadsleden zich over dat laatste punt uit te willen spreken. De heer JACOBS (CDA) vraagt hoe strikt de opvattingen over die groenstrook van 4 meter gehanteerd moeten worden. Het gesprek over de boeteclausule brengt hem tot de vraag of de grondverwerving wel zo voorspoedig verloopt als eerst gedacht werd. I I

Raadsnotulen

Rijsbergen: 1940-1996 | 1996 | | pagina 31