-3- worden en dus geraamd aan de hand van de huurcontracten van PTT. Daar zat nu geen verdere ruimte in. De stelpost is daarvoor niet groot genoeg. Bovendien is die besteed aan een aantal andere kleinere kosten. Zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel besloten. 4. Voorstel tot het vaststellen van een aangiftebiljet hondenbelasting (Bijlage nr. 42) De heer PALS vraagt hoe degenen worden geselecteerd die een aangiftebiljet krijgen. Wethouder BOURDREZ stelt dat in de eerste plaats iedereen een aangiftebiljet krijgt, die vorig jaar in de hondenbelasting is aangeslagen. Verder wordt publiciteit gegeven aan de verplichting aangifte te doen. Daar wordt ook controle op uitgeoefend. Zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel besloten. 5. Voorstel tot het vaststellen van schadevergoedingen ex artikel 49 WRO in verband met gebouwde beiaardenwoningen aan Riiserf (Bijlage nr. 43) De heer JACOBS (WNB) spreekt van een lange en slepende zaak. Hij betreurt de gang van zaken. Hij vraagt of hier zorgvuldig is gehandeld. Ook vraagt hij naar de vergoeding van de bemiddelingskosten. De heer MARTENS is van mening dat het voor iedereen in de verwachting kon liggen dat hier ooit gebouwd zou worden, gezien de voormalige bestemming bijzondere voorzienin gen. Volgens hem zijn voor de uitgevoerde taxaties op basis van artikel 49 de verkeerde uitgangspunten gebruikt. Volgens artikel 49 dient het waardeverschil te worden bepaald op basis van de bestemmingsmogelijkheden. Voor hem zijn de taxaties niet zonder meer geldig. Hij betreurt ook de gevolgde procedure. Hij constateert dat niet meteen een tweede deskundige naar de situatie gekeken heeft, maar pas achteraf. Hij wil weten waarom naar de bewoners geen enkele motivatie is gegeven waarom nu anders is beslist dan in eerste instantie. Hij vraagt naar die motivatie. Voorts vraagt hij waarom voor de waardebepaling van de Christinastraat niet eveneens een hertaxatie heeft plaatsgehad. Hij wijst op het niet aanwezig zijn van een planschadeverordening. Hij denkt dat bij het hebben van een dergelijke verordening de zaak beter had kunnen worden afgehandeld. Tot slot vraagt hij waarom de burgemeester in het college een minderheidsstandpunt heeft ingenomen. De heer PALS is in zijn algemeenheid voor terughoudendheid bij planschadevergoedin gen. Voor Rijserf kan hij de aanvraag op zich begrijpen, doordat nu drie bouwlagen zijn toegepast in plaats van twee. Hij verbaast zich erover, dat de deskundigen zo met elkaar van mening verschillen over de totale schade. Hij is van mening dat de afwikkeling niet als handjeklap beschouwd moet worden. Hij kan op zich akkoord gaan met een schadevergoeding in dit geval, maar wil graag weten waarom het college tussen beide schadevergoedingen in is gaan zitten.

Raadsnotulen

Rijsbergen: 1940-1996 | 1996 | | pagina 27