i
1
-10-
Amendement
De raad van de gemeente Rijsbergen in vergadering bijeen op 21 november 1996, gelezen
het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 5 november 1996 en overwegende dat:
in het nieuwe bestemmingsplan Buitengebied van de gemeente Rijsbergen gebieden
gewijzigd zullen worden in agrarische, ecologische en groene hoofdstructuur,
conform de richtlijnen van het Provinciaal Streekplan;
er in het buitengebied meer duidelijkheid ontstaat in de natuurlandschappelijke
waarde, volle en agrarische gebieden;
naast de ontwikkeling van natuurgebieden en de agrarische gebieden er op basis
van bedrijfseconomische en ruimtelijke ordeningsaspecten voor de uitvoering van
agrarische bedrijven in de ruimste zin des woords geen extra belemmeringen
opgeroepen zullen worden;
flexibiliteit voor de land- en tuin- en boomkwekerijbedrijven in de agrarische
hoofdstructuur te bevorderen,
derhalve stellen ondergetekenden voor de grenzen van de agrarische hoofdstructuur te
handhaven op de grenzen van het huidige bestemmingsplan, als omschreven agrarisch
gebied met vrije vestiging, geen centrumgebied binnen de agrarische hoofdstructuur aan te
wijzen.
Het amendement is voldoende ondersteund en maakt derhalve deel uit van de beraadsla
gingen.
De heer JACOBS (WNB) is verheugd over de unanieme steun voor het amendement. De
raad wil kennelijk een testament meegeven aan de nieuwe raad en de nieuwe gemeente.
Ook hij wijst op het belang van de werkgelegenheid van de agrarische sector. Er worden
door de overheid wel regels gesteld, maar er worden geen financiële middelen bij
gegeven, alleen voor de ecologische hoofdstructuut. Voor de agrarische sector zijn geen
vergoedingen beschikbaar en worden wel regels gesteld.
De heer JACOBS (CDA) stelt dat het probleem gaat over het centrumgebied boomteelt.
Dat beperkt volgens hem de mogelijkheden van de andere bedrijfstakken en werkt niet in
het voordeel van de boomteelt. De grondmobiliteit waar het plan van uit gaat is volgens
hem moeilijk uitvoerbaar. Veel mensen zijn toch erg grondgebonden. Hij ziet het
voordeel van het centrumgebied boomteelt niet zitten. Het andere punt betreft de
landschappelijk waardevolle gebieden in de agrarische hoofdstructuur. Het vergroten
daarvan brengt volgens hem een te sterke beperking mee van de agrarische sector. Voorts
is hij van mening dat kamperen bij de boer mogelijk moet blijven. Hij vindt het goed dat
ontwikkelingen gevolgd worden.
De heer VAN DE RIJZEN spreekt van een wel erg omvangrijk stuk over de hoofdlijnen.
Hij had liever een kort en helder stuk gehad. Hij vindt de ruimte voor de agrarische
sector belangrijk. Hij vraagt wat er met het bouwvlak gebeurt als dat voor het voortbe
staan van een agrarisch bedrijf vergroot zou moeten worden. Ook stelt hij een vraag over
de vrijkomende agrarische bebouwing. Hij vraagt hoe ruim de interpretatie is voor herge
bruik. Hij wil de beperking van agrarische hulpbedrijven laten vervallen. De relatie tussen
Si-