-9-
10. Voorstel tot het vaststellen van de kwartaalrapportage t/m juni 1996 en naar
aanleiding van deze rapportage het vaststellen van de 10e wijziging van de
begroting algemene dienst 1996 een krediet van f 177.000.— te voteren t.b.v.
de nota sportaccommodaties
(Bijlage 107)
De heer MARTENS wil graag nog eens naar voren brengen dat het hier gaat om een
goed leesbaar stuk. Op de nota sportaccommodaties wil hij in een extra raadsvergadering
terukomen. Hij merkt op dat de f 50.000,-, die eerder apart zijn gezet, inderdaad geen
bestemming blijken te hebben. Hij vraagt of een reactie naar de PNEM over de gasprijzen
niet op zijn plaats zou zijn.
De heer VAN DE SANDE maakt ook een compliment over de kwaliteit van het stuk. Hij
vindt het belangrijk dat zoveel besluiten zijn uitgevoerd en ook door Gedeputeerde Staten
zijn goedgekeurd. Hij vindt dat er over de sportaccommodaties en de kinderopvang nog
nader gesproken moet worden. Hij hoopt dat zijn voorstel over dat laatste punt snel
behandeld kan worden. Hij vraagt of alle voornemens voor het werk aan de wegen nog
tijdig uitgevoerd kunnen worden.
De heer PALS is van mening dat veel zaken, die nu voortvarend worden uitgevoerd, te
danken zijn aan de goede voorbereiding in vorige raadsperiodes. Hij is van mening dat
het onderhoud aan de wegen beter over meer jaren gespreid had kunnen worden. Als er
ook in vorige jaren aan gewerkt was, was er nu minder overlast geweest. Hij is bang dat
de nota sportaccommodaties niet tijdig uitgevoerd zal worden. Hij vindt het jammer dat
de kinderopvang nog niet geregeld is, hoewel hij begrepen heeft dat er al wel overeen
stemming is met betrokken partijen. Hij betreurt het dat de werkgelegenheidsgelden bij
gebrek aan plannen niet besteed zijn. Hij is ook ontevreden over de gang van zaken
rondom de verkoop van gronden voor Hooiberg fase III. Hij is van mening dat er altijd
gronden verkocht kunnen worden. Hij vraagt tot slot hoe het staat met het bestem-
mingspslan evenemententerrein Rijsbergen en het aanmeldcentrum.
Wethouder BOURDREZ zegt dat hij de complimenten aan de opstellers zal overbrengen.
Hij geeft graag toe dat de kwestie van de sportaccommodaties niet erg gelukkig is
verlopen. Binnenkort kan daar in de raad op worden teruggekomen. Hij stelt dat de
f 50.000,— werkgelegenheidsgelden inderdaad niet aangewend konden worden. Over de
gaswinst is al contact geweest met de PNEM. Er is om een accountantsonderzoek
gevraagd. Voor de tarievenpolitiek acht hij het niet zinvol daar verder op door te gaan.
Op de kinderopvang komt hij binnenkort terug. Als de werkomstandigheden zo blijven,
denkt hij dat de overlast als gevolg van het wegenonderhoud snel voorbij zal zijn. Hij zal
I
i
I
