I
-6-
De heer VAN DE SANDE is van mening dat het goed is dat er nu duidelijkheid komt ten
aanzien van het Dienstencentrum. Als de zaken goed geregeld worden, moet behalve de
overdracht van onroerend goed ook aandacht besteed worden aan de inventaris. Hij stelt
voor om niet alleen het onroerend goed over te dragen aan de Stichting Welzijn Ouderen
Rijsbergen-Zundert, maar ook de inventaris en het meubilair inclusief. Ook stelt hij voor
om bij terugkopen de boekwaarde in mindering te brengen op de prijsstelling die er dan
ligt.
De VOORZITTER zegt na collegeberaad toch van mening te blijven dat alleen de
overdracht van het onroerend goed aan de orde is. De inventaris komt op een later
moment aan bod.
Wethouder VAN DEN BEMD stelt in de eerste plaats dat het van belang is dat er
duidelijkheid ontstaat over het Dienstencentrum Rijserf. Hij hoopt dat een aantal
voorzieningen voor de ouderen, en dan met name de dagverzorging, zo snel mogelijk aan
de eisen van de tijd worden aangepast. De inbreng in de commissie is wel degelijk in het
college aan de orde geweest. Hij zegt dat hij er in elk geval voor zal zorgen, dat ook de
gebruikers straks niet in de problemen komen.
De heer VAN DE RIJZEN zegt er moeite mee te hebben dat straks bij overdracht aan een
derde wel de marktwaarde betaald zou moeten worden. Investeringen mogen natuurlijk
wel vergoed worden. Hij wil daar graag een oplossing voor. Hij wil ook zekerheid dat de
Stichting Welzijn Ouderen Zundert-Rijsbergen haar activiteiten tot in lengte van jaren
daar uit kan blijven oefenen.
De VOORZITTER zegt dat de secretaris een tekst heeft, die in het eerste punt voorziet.
De SECRETARIS formuleert de laatste zinsnede van "dan nadat" tot en met "is
aangeboden" te veranderen in: "Of slechts verkoop aan de gemeente Rijsbergen voor een
bedrag van f 1,—
De heer VAN DE RIJZEN vindt dat investeringen terugbetaald mogen worden. De
restant-boekwaarde hoeft, voorzover afgeschreven, niet meer vergoed te worden.
De VOORZITTER zegt dat de wethouder Financiën daarop terug zal komen.
De heer VAN BEIJSTERVELDT zegt over de inventaris alleen aan de wethouder
gevraagd te hebben of hij daar aandacht voor wil hebben.
De VOORZITTER stelt dat dat intussen is toegezegd.