a
-3-
kan doorgaan en dat dat ook op een efficiënte wijze kan gebeuren. Hij vindt dat deze zaak
nadien ook geëvalueerd moet worden. Nu men is overgegaan tot decentralisatie en
uitvoering door de gemeentelijke organisaties, zal de gemeente moeten bijsturen wanneer
er ten aanzien van de huisvesting van het onderwijs onverhoopt nadelige zaken zouden
ontstaan.
Wethouder VAN DEN BEMD licht toe dat er in verband met de late binnenkomst van de
stukken schriftelijk overleg is geweest met de betreffende schoolbesturen, zowel in
Rijsbergen als in Zundert. In het wethoudersoverleg is afgesproken om dezelfde
voorstellen op ongeveer dezelfde tijd in de raad te laten behandelen. De onderwijshuisve
sting zit in een later traject. Dat zou op 21 november in Rijsbergen in de raad moeten
komen, of in een extra raadsvergadering. Hij vindt het een goede suggestie om de zaak
tussentijds te evalueren.
De heer VAN BEIJSTERVELDT vraagt alleen waarom dit niet tot 21 november kan
wachten, om het als één geheel in te dienen, met de verordening erbij.
Wethouder VAN DEN BEMD zegt dat het tweede punt nog niet zo ver is voorbereid.
Zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel besloten.
4. Voorstel om in te stemmen met de ontwerp-begroting voor het jaar 1997 van het
Werkvoorzieningsschap West Noord-Brabant
(Bijlage 101)
De heer RIETVELD herhaalt zijn oproep uit de commissie tot een discussie over de
uitgangspunten en doelstellingen van het Werkvoorzieningsschap.
De heer VAN BEIJSTERVELDT staat positief ten opzichte van de originele doelstellin
gen van het Werkvoorzieningsschap. Hij uit zijn zorg voor de werknemers bij het schap
en het sociale gezicht, dat als gevolg van de bezuinigingen gevaar zou kunnen lopen. Hij
wil dat graag nog eens onder de aandacht brengen.
Wethouder VAN DEN BEMD zegt dat hij de zorgen van de raad over de handhaving van
de doelstellingen schriftelijk bij het Werkvoorzieningsschap onder de aandacht heeft
gebracht. Hij kondigt aan dat daar met de verantwoordelijke portefeuillehouders over
gesproken zal worden. Op verzoek van alle bestuurders is besloten dat, als de zaak niet
meer rendabel is en zelfs als er een verlies op gaat treden, eerst de reserves en andere
voorzieningen worden aangepakt binnen het schap, voordat de gemeenten gaan bijbetalen.
I
4
