-2-
van punt 6a heerst er bij zijn fractie nog enige onduidelijkheid. Punt 6b valt nadrukkelijk
buiten zijn verzoek, om de voortgang hiervan niet te belemmeren.
De VOORZITTER stelt vast dat voorgesteld wordt deze punten dus niet voor kennisge
ving aan te nemen, maar over te brengen naar de nieuwe categorie 'voor advies in handen
stellen'.
De heer JACOBS (CDA) vraagt ten aanzien van punt 2g, goedkeuring aankoop grond
Hazeldonk fase III, of de opzegtermijn die door Breda gehanteerd wordt in de richting
van de ex-pachters dezelfde is als die van de gemeente Rijsbergen. Is die termijn anders,
dan vindt hij dat de mensen daarover ingelicht dienen te worden.
De VOORZITTER kan die vraag zo niet beantwoorden en stelt voor hierop in de
commissie Grondzaken terug te komen. Hij wil ook geen toezeggingen doen waarvan hij
de strekking niet kent.
De heer PALS merkt op dat stuk 3 bij beide categorieën voorkomt.
De VOORZITTER stelt dat het hier gaat om twee afzonderlijke brieven over hetzelfde
onderwerp. Het ene stuk kan voor kennisgeving worden aangenomen, terwijl op het
andere actie ondernomen dient te worden en voorgesteld wordt dat door het college te
laten doen.
Ten aanzien van de overige ingekomen stukken wordt conform het voorstel besloten.
3. Voorstel tot vaststelling van de verordening procedure overleg huisvesting
onderwijs Rijsbergen
(Bijlage 100)
De heer VAN BEIJSTERVELDT vraagt waarom er niet voor gekozen is de verordening
procedure overleg huisvesting onderwijs en de verordening onderwijshuisvesting in één
raadsvoorstel aan te bieden. Kan de wethouder aangeven wanneer de verordening
onderwijshuisvesting wordt voorgelegd?
Mevrouw HAAST-DECKERS las in de stukken dat Zundert voornemens was met
ditzelfde plan akkoord te gaan. Ze vraagt of dat ook daadwerkelijk gebeurd is.
De heer VAN DE SANDE hoopt dat, nu de huisvestingswet in de beide Kamers
behandeld is, in de praktijk de huisvesting van het onderwijs minimaal op dezelfde voet