-15-
Wethouder BOURDREZ stelt dat de kredieten niet kloppend zijn gemaakt en niet zijn
aangepast. Afvoeren van investeringen, waardoor ruimte ontstaat voor uitgaven, is geen
kwestie van aanpassen van kredieten. Hij stelt een gelijke behandeling na te zullen
streven. Hij verzekert dat het subsidie doorgaat. Hij dankt de leden die complimenten
hebben gemaakt aan het adres van het college en zegt gehandeld te hebben in het belang
van de burgers die straks een aansluiting krijgen. Hij meldt dat de prijs tot 1 juli
gefixeerd is en hoopt op een zodanige besluitvorming, dat dat een haalbare datum is.
De heer PALS is van mening dat een eventueel restantbedrag teruggestort moet worden in
het rioolfonds. Hij vindt dat de 1.620,— zowel een maximum- als een minimumbedrag
moet zijn en dat de bijdrage daarop gefixeerd moet worden.
de heer MARTENS zou het betreuren als er niet vóór 1 juli een besluit zou kunnen
worden genomen. Hij wil met het voorstel instemmen als het voornemen tot terugbetalen
eruit gehaald wordt.
De heer VAN DE SANDE vindt het toezicht van de provincie wel erg gedetailleerd. Hij
wil een beroep doen op de collega-raadsleden om positief te besluiten, zonder de
nuancering van terugbetalen.
Wethouder BOURDREZ vindt dat hij tot een goede afspraak met de provincie is gekomen
en is daar uiterst content over. Hij stelt dat hij het zich niet kan permitteren om nu nog
wijzigingen aan te brengen in het voorstel. Die 100.000,- moeten eerst worden
inverdiend, voordat tot teruggave kan worden overgegaan. Als het voorstel moet worden
aangepast, komt ook de datum van 1 juli in gevaar. De doelstelling is om die 102
bewoners aan te sluiten.
De heer PALS brengt naar voren dat het voorstel tot terugbetalen van het bedrag dat
overblijft aan de bewoners, een los voorstel is, van een latere datum. Hij is van mening
dat tot uitvoering kan worden overgegaan, ook als de terugbetaling uit het besluit wordt
gelaten.
Wethouder BOURDREZ citeert uit een brief van de provincie van 16 juni: "Ik kan mij
onder voorwaarden overigens wel vinden in uw laatste voorstel om het verschil tussen de
geraamde uitgaven en de werkelijke kosten in mindering te brengen op de bijdrage per
deelnemer. Ik ben namelijk van mening, dat de eerste 100.000,- dient te worden benut
ter verlaging van het gemeentelijke aandeel, zulks ter compensatie van de eerder door de
provincie toegezegde subsidie van 100.000,-. Een en ander betekent derhalve dat,
voorzover de meevallende kosten het bedrag van 100.000,— overschrijden, ik er geen
bezwaar tegen heb dat zulks leidt tot een vermindering van de eigen bijdrage."
De heer PALS stelt als voorwaarde voor instemming, dat tot een vast bedrag van
1.620,— wordt besloten.
De VOORZITTER wil de wethouder graag steunen in zijn betoog. Hij stelt dat het nu
voorliggende voorstel een compromis is dat door de provincie zelf is aangedragen. Het
lijkt hem zinvol om voor de betreffende panden waar het nu om gaat dan ook het
maximale te geven waartoe de mogelijkheid geboden wordt. Volgens hem is dat de
