-12- De VOORZITTER constateert dat de gemaakte opmerkingen handelen over het plan van aanpak en niet over de sociale leidraad. Hij gaat er derhalve vanuit dat die sociale leidraad de instemming van de raad heeft. Resten het plan van aanpak en de daarbij behorende begrotingswijziging. Op dit moment wordt geprobeerd te komen tot het aanstellen van een coördinerend secretaris, die het verdere proces moet trekken, samen met de drie belangrijke overlegorganen daaromheen, de stuurgroep, de bestuurlijke adviesgroep en de personele adviesgroep. Dat moet garant staan voor het realiseren van het eindprodukt, zoals dat is geformuleerd in de eerste bijeenkomst van de beide raden. Daarbij is afgesproken dat vooruitgelopen zou worden op de wettelijke publikatie in het Staatsblad voor wat betreft de samenvoeging. Bij de integratie gaat het niet over wie bij wie aansluit, maar om gemeenschappelijk iets nieuws op te zetten. De nieuwe situatie moet bij voorkeur ingevuld worden met bestaande medewerkers. Daarbij is ook uitgesproken dat de kwaliteit in die nieuwe organisatie vooropstaat. Als garantie voor de medewerkers is dat sociaal statuut opgesteld. Het aanstellen van de coördinerend secretaris loopt op dit moment wat stroef. Hij stelt vast, dat dat probleem pas na de vakantieperiode opgelost kan gaan worden. Van de problemen in de brief van de personele adviesgroep wordt een aantal door hem onderkend en zelfs onderschreven. Ook hij is niet helemaal vrij van zorg. Hij wil loskomen van de bestaande situatie en redeneren vanuit de nieuwe situatie en op basis daarvan knopen doorhakken. Dat kost even wat tijd. Bij de procedure voor de coördinerend secretaris wil hij niet verhelen dat daar op dit moment wat oneffenheden in zitten. Daaruit moet niet de conclusie worden getrokken dat dat aanleiding geeft om onrustig te worden. Hij wil de uitgesproken zorg van de raad ter harte nemen. Hij wijst op de complexiteit van de procedure en de tijd en energie die die overlegstructuur vergt. Toch is hij van mening dat er vorderingen zijn gemaakt. De problemen die er zijn liggen op het niveau van de stuurgroep. Hij wil ervoor pleiten toch door te gaan op de ingeslagen weg en te proberen het proces tot een goed einde te brengen. Hij maakt gewag van het voortdurende overleg in het college en de volstrekte unanimiteit van de opvattingen over de verdere stappen. Bij het spreken door de raad over de stuurgroep, vraagt hij zich af of het gaat over gevoelens of over een constatering aan de hand van feiten. Hij dringt erop aan zich zoveel mogelijk tot zakelijke constateringen te beperken. Hij wil de ingeslagen weg vervolgen en het proces gaande houden. De heer VAN DE SANDE brengt nogmaals zijn ongerustheid naar voren over de voortgang die geboekt wordt bij het aanstellen van een coördinerend secretaris. Hij geeft de stuurgroep in overweging om, als dat niet snel genoeg lukt, over te gaan tot het aanstellen van een interim-manager. Voor de inschakeling van het adviesbureau wil hij eind augustus de balans opmaken en bekijken of daarmee moet worden doorgegaan, want de rekening loopt door. Het bureau en de daaraan verbonden kosten mogen geen open eind constructie zijn. De heer UTENS wijst erop, dat de bestuurlijke adviesgroep al eerder een signaal heeft afgegeven toen de zaak op een ander punt wat stroef liep. Hij moet op grond van een aantal signalen toch constateren dat het met name binnen de stuurgroep kennelijk niet goed functioneert. Hij vraagt daar aandacht voor. Hij vraagt de stuurgroep toch om de nodige zorg te besteden aan de voortgang. Hij is van mening dat het vaststellen van het plan van aanpak wat hem betreft niet betekent dat het hele traject automatisch met hetzelfde bureau moet worden doorlopen. Ook hij wil een meetpunt inlassen en de mogelijkheid van een heroverweging. Hij legt echter vooral het accent op het functioneren

Raadsnotulen

Rijsbergen: 1940-1996 | 1995 | | pagina 95