De VOORZITTER verzoekt mevrouw Haast dringend voortaan te melden dat er iets weg is, meteen als zij dat constateert. Hij wijst er nog eens nadrukkelijk op dat de enige juiste weg die via het secretariaat is. De heer VAN DE SANDE is van mening dat dit soort activiteiten door de overheid, door eigen initiatief en inbreng van de betrokkenen gefinancierd zou moeten worden, in principe zonder financiële bijdrage van de gemeente Rijsbergen. Hij streeft naar een kinderopvang via De Markenlanden. Hij heeft een opmerking over het stuk. Op bladzijde 3 staat: "Ook na 1 januari zal De Markenlanden het budget Rijsbergen nodig hebben om de kinderopvang te kunnen exploiteren. De middelen komen derhalve niet vrij voor investeringen in het kinderdagverblijf in Rijsbergen." Hij is van mening dat indien gezamenlijke activiteiten worden ondernomen, de investeringskosten ook gezamenlijk, in regionaal verband, gedragen moeten worden. Hij pleit voor een kinderopvang via de regionale stichting. De heer UTENS dringt er bij mevrouw Haast op aan het dossier nog eens goed te bestuderen, voordat ze verdere uitspraken doet over het verleden. Hij herinnert aan het besluit uit 1989 om kinderopvang in Rijsbergen te starten, op voorwaarde dat het zich zou beperken tot het doorsluizen van rijksgelden, zonder financiële bijdrage vanuit de gemeente. Destijds is gekozen voor de constructie met Markenlanden. In 1993 is de discussie losgekomen met betrekking tot de aanvragen binnen Rijsbergen. Toen is het besluit van 1989 gehandhaafd. Toen bekend werd dat de regeling met twee jaar verlengd zou worden, zijn Leyakker en Krabbebossen bij de gemeente gekomen, om te onderzoe ken of er alsnog kinderopvang in Rijsbergen kon worden gerealiseerd. Dat is niet gelukt omdat de betrokken bedrijfsplaatsen niet werden gegarandeerd. Partijen zijn toen uit elkaar gegaan en de beide instanties hebben toen zelf kinderopvang gerealiseerd. Hij acht dat een uitstekend initiatief. Rest de discussie over de Markenlanden. Hij vraagt naar de financiering als tot continuering zou worden besloten na 1 januari 1996. Hij heeft vernomen dat in Rijsbergen 22 kinderen gebruik maken van een regeling. Hij denkt dat het Rijsbergse initiatief wel degelijk levensvatbaar genoemd kan worden, temeer omdat de kindplaatsen daar aanmerkelijk goedkoper zijn dan wat Markenlanden biedt. Hij vraagt de wethouder om verduidelijking. Hij stelt voor om het initiatief van de Stichting Bambino duidelijk bij de bespreking te betrekken. Richting De Markenlanden wil hij graag inzicht verkrijgen in de financiële consequenties. Mevrouw HAAST-DECKERS is van mening dat Rijsbergse kinderen ook in de gelegenheid gesteld moeten worden om deel te nemen aan het kinderopvangverblijf. Zij wijst op landelijke plannen om de kinderbijdrage te integreren in de kinderbijslag. De heer UTENS merkt op, dat, voordat met de huidige initiatiefnemers werd gesproken, er al eerder sprake was geweest van initiatieven. Er is aan de huidige situatie al een heel traject voorafgegaan. De heer VAN DE SANDE vindt particulier initiatief prima. Hij vraagt naar de financieringsvorm van het kinderdagverblijf.

Raadsnotulen

Rijsbergen: 1940-1996 | 1995 | | pagina 89