- 7 - ruimtelijk beleid voor onder andere bestemmingsplannen. Voorts is hij van mening dat de gekozen speerpunten zowel in het portefeuillehoudersoverleg met Zundert als in de commissies periodiek onderwerp van gesprek moeten zijn om voldoende zicht op de zaken te blijven houden. Ook het verder uitvoeren van het bestemmingsplan buitengebied zal hiervan een belangrijk onderdeel moeten gaan vormen. Hij vraagt zich af of we dat allemaal wel goed geregeld kunnen krijgen en dringt er, gezien de vele werkzaamheden die het college en de hoofden van dienst boven het hoofd hangen, op aan van begin af aan een goed plan van aanpak op te stellen. Wethouder VAN DEN BEMD verwijst naar de uitvoerige commissiebehandeling van dit agendapunt, waarbij is stilgestaan bij de wettelijk opgelegde taken, alsook bij de vier te selecteren speerpunten. Waar mogelijk heeft het college getracht dezelfde speerpunten op te nemen als onze toekomstige fusiegemeente. Alleen over het vierde speerpunt moet nog overleg met Zundert plaatsvinden. De wethouder kan ook op dit moment de vraag van mevrouw Haast over de afgewerkte olie niet beantwoorden, maar zegt haar een schriftelijk antwoord toe. Richting de heer Van de Sande antwoordt hij dat we, weliswaar onder nogal wat druk, toch ons huiswerk kunnen doen en onze afspraken op dit onderwerp kunnen nakomen. Hij stelt de raad voor, ondanks de druk, toch te proberen de aanvraag vóór 1 maart in te dienen en indien mogelijk die inkomsten nog binnen te halen. De heer JACOBS (C.D.A.) is niet helemaal tevreden over het antwoord van de wethouder. Is het zo dat de 4 speerpunten vóór 1 maart aangewezen moeten zijn? Anders zou hij ze nog graag volgende week in de commissie Welzijn en Milieu bespreken om te voorkomen dat een en ander doorgaat zonder dat de commissie daarover geïnformeerd is. De heer UTENS vraagt hoe de wethouder de zaak zelf inschat. Natuurlijk moeten we de aanvraag zonder meer doen, maar dat schept ook verplichtingen en uit ervaring weet hij dat we met het ingeslagen traject nogal krap zitten. Er is gesproken over personele uitbreiding, eventueel op tijdelijke basis, om de verplichtingen van het subprogramma volledig te kunnen nakomen en hij vraagt zich af hoe het daarmee staat. Zijn fractie zou niet graag zien dat met name het eerste traject om alle bedrijven op een adequaat vergunningenniveau te brengen, in het gedrang zou kunnen komen. Gezien de beschikbare menskracht zullen er toch prioriteiten gesteld moeten worden. Daarom is naar zijn oordeel ook een terugkoppeling naar de commissie van wezenlijk belang. De heer VAN DE SANDE vraagt de wethouder aan te geven op welk punt we verschillen met Zundert. Verder vraagt hij hoe we, als we onder tijdsdruk komen, de samenwerking met Zundert ten aanzien van de vier speerpunten zouden kunnen verbeteren. De heer RIETVELD constateert dat er betreffende drie speerpunten overeen stemming is met Zundert, terwijl het vierde nog onduidelijk is. Het lijkt hem goed dat in de eerstvolgende commissievergadering indien mogelijk wordt aangegeven welke vier punten men tot prioriteit heeft gekozen. Hij is het eens met de stelling dat het hier een zeer ambitieus plan betreft, maar toont zich bezorgd over de werkdruk die dit voor het ambtelijk apparaat zal betekenen. Onze overige taken mogen hierdoor niet in het gedrang komen. Wethouder VAN DEN BEMD proeft bij alle fracties toch een beetje de zorg of het voor ons liggende plan niet te ambitieus is. Bepaalde wettelijke taken

Raadsnotulen

Rijsbergen: 1940-1996 | 1995 | | pagina 7