-18- de commissie Grondzaken. De heer PALS kan zich vinden in terugverwijzing naar de commissie. Met betrekking tot de ingebruikname van de grond merkt hij op dat je op een industrieterrein altijd te maken hebt met een hinderwetvergunning, die vervolgens weer gekoppeld is aan een bouwver gunning. Dat betekent dat een terrein nooit vooraf in gebruik genomen kan worden. Ten aanzien van behoorlijk bestuur acht hij het een goede zaak om aan een onderneming grond te verkopen, maar dan moeten er ook bedrijfsmatige activiteiten plaatsvinden. Daaronder verstaat hij echter toch iets anders dan het verhuren van een loods. Voorts vraagt hij zich af of we in de toekomst niet in de knel komen, gezien de ontwikkelingen die eventueel vanuit het centrum nog moeten plaatsvinden, een en ander in relatie tot de grootte van het bedrijventerrein. Hij acht het dan ook verstandiger het stuk terug te verwijzen naar de commissie Grondzaken en daarbij duidelijk in de stukken aan te geven dat het college zijn fiat moet geven bij verhuur. Dat is namelijk nergens terug te vinden. Hij is eveneens benieuwd naar hoe het college dan bij verhuur op kan treden. De VOORZITTER schorst de vergadering vijf minuten voor collegeberaad. Wethouder BOURDREZ heeft het gevoel dat de gft-problemen hier plotseling doorheen gaan spelen, maar die dacht het college volledig ondervangen te hebben met de bepalingen die nu in het contract staan. De man heeft aan alle voorwaarden voldaan en dan kun je niet zomaar zeggen dat je niet aan particulieren verkoopt, vooral gezien het feit dat dat al tweemaal gebeurd is. Je hebt dan geen been om op te staan. Hij heeft nadrukkelijk gezegd dat een en ander niet is geregeld in de algemene verkoopvoorwaarden voor de bedrijfsterreinen en vindt dat dan ook geen reden om de zaak terug te verwijzen naar de commissie. De raad had die algemene verkoopvoorwaarden zonder meer op kunnen vragen. Naar zijn oordeel is er geen enkel punt over om deze zaak tegen te houden. Een terugverwijzing zou het college bovendien flink in de problemen brengen, vooral in juridische zin, want als de man het zou willen afdwingen, dan kan dat waarschijnlijk. Namens het college verzoekt hij de raad met klem dit voorstel vanavond te accepteren. Hij zegt nogmaals toe erop toe te zullen zien dat een eventuele overdracht met het fiat van de gemeente gebeurt. Formeel is alles in orde en is helemaal aan de wensen van de raad tegemoetgekomen. Hij kan zich dan ook niet vinden in een negatief antwoord van de raad en hoopt dat men zo verstandig zal zijn dit voorstel goed te keuren. De heer VAN DE SANDE merkt bij wijze van stemverklaring op dat de fractie Dorpsbelangen voor dit raadsbesluit is, onder de voorwaarde dat bij verhuur de juridische overdracht waterdicht is. De grond al gedeeltelijk in gebruik nemen, kan volgens hem niet zolang de grond nog eigendom is van de gemeente. Het is hem niet bekend welke voorwaarden de gemeente kan opleggen ten aanzien van de huurconstructie, maar mogelijk komt men nog met een aanvullende voorwaarde op bijvoorbeeld het bestem mingsplan. Een en ander dient in ieder geval waterdicht te zijn, zodat we in de toekomst niet geconfronteerd worden met een huurcontract waar juridisch niets meer aan te doen valt. Die voorwaarde wil hij vooraf opleggen, overigens is zijn fractie akkoord. Hij vervolgt zijn betoog met een beschouwing over ondernemers, prioriteiten en knelpunten en wordt daarbij onderbroken door de voorzitter.

Raadsnotulen

Rijsbergen: 1940-1996 | 1995 | | pagina 76