-16- De heer JACOBS (WNB) merkt op dat volgens het voorliggende stuk de heer Van de Sande vraagt om in privé een stuk grond op de Waterman te kunnen kopen. Hij is van mening dat gronden op het bedrijventerrein primair bedoeld waren voor startende ondernemers en voor ondernemers die uit het centrum van Rijsbergen verplaatst moeten worden. In dit geval is er van het een, noch van het ander sprake. Als we vanavond besluiten om aan de heer Van de Sande een stuk grond in privé te verkopen, dan zouden we alle Rijsbergse inwoners diezelfde gelegenheid moeten bieden als ze daarom zouden vragen. Naar zijn mening was dat toch niet de opzet van ons kleinschalig bedrijventerrein. De heer PALS had de indruk dat dit terrein reeds lang verkocht was, gezien het materiaal dat erop ligt. Kennelijk is de grond reeds in gebruik, hetgeen hem niet goed lijkt. Hij vraagt zich af wat hier het collegebeleid is. Ook zijn fractie was van mening dat deze grond benodigd was voor het oplossen van knelpunten in de kom en voor startende ondernemers of voor ondernemers die vanwege uitbreidingsproblemen naar de Waterman moeten verhuizen. Als hij in het stuk leest wat er met dit terrein zou moeten gaan gebeuren, dan vraagt hij zich af of het wel juist is om deze grond aan B&S te verkopen. Hij acht de noodzaak niet aanwezig om op dit moment aan een, zoals hij het ziet, projectontwikkelaar te verkopen, die de grond maar gedeeltelijk zelf gaat gebruiken en het overige gedeelte aan de buurman wil verhuren. Die buurman heeft overigens zelf grond gekocht en is dus eigenlijk al geholpen. Graag hoort hij wat het collegebeleid op dit punt is. De heer VAN DE SANDE maakt zich ook zorgen over het feit dat de grond kennelijk al in gebruik genomen is. Hij wijst er dan ook met nadruk op dat het college alles in het werk zou moeten stellen om het bedrijventerrein vrij en schoon te houden tot het verkocht wordt. Het betreft hier uiteindelijk een bedrijventerrein waar lang voor gevochten is en dat dient een goede uitstraling te hebben en te houden. Hoewel de gezamenlijke ondernemers de taak hebben er een mooi bedrijventerrein van te maken, heeft ook zeker de gemeente daar een functie in en hij wil nog eens expliciet benadrukken dat hier ingegrepen moet worden. Het beleid op dit punt is bekend: het gaat om nieuwe, uitbreidende of startende Rijsbergse ondernemers. Gezien het feit dat de aspirant-koper een Rijsbergse ondernemer is, vraagt hij zich af of de uitgiftevoorwaarden van dien aard zijn dat conform het genomen besluit ook nog op Rijsbergse ondernemers geselecteerd moet worden. Is het besluit bijvoorbeeld zodanig geformuleerd dat eerst verhuizende en startende ondernemers gevestigd moeten zijn, voordat andere aanvragen aan de orde komen? Wethouder BOURDREZ stelt dat hier een zeer principieel punt aan de orde komt, namelijk de verkoop en de bevoegdheid om te kopen van bedrijven die op het industrieter rein liggen. Bij nalezing van het bestemmingsplan en de algemene verkoopvoorwaarden bleek daarvoor geen aanknopingspunt te vinden. Er wordt alleen over bedrijven gesproken, terwijl over de koop als zodanig in het bestemmingsplan noch in de voorwaarden iets is geregeld. Wel is het zo dat wanneer eenmaal iets gekocht is door een particulier, deze bij verhuur of verkoop het fiat van het college nodig heeft. De wethouder zegt toe er nadrukkelijk op toe te zullen zien dat bedrijven zich ook daaraan houden. Inmiddels is reeds een precedent geschapen, doordat een tweetal verkopen aan particulieren is gedaan. Van de zijde van de raad is er toen geen kritiek geleverd en zijn

Raadsnotulen

Rijsbergen: 1940-1996 | 1995 | | pagina 74