wam
Éi
-13-
vanuit de rijksoverheid gefinancierd worden. Het is hem niet duidelijk of die 50.000,—
daar extra voor ingezet gaan worden. Graag wat meer informatie daarover.
De heer VAN DE SANDE vindt het prettig dat de heer Utens spreekt over de autonome
gemeente en de laatste kans om iets aan nieuw beleid te doen. Hij onderschrijft dat van
harte en nodigt ook Rijsbergs Belang uit om voor de begroting 1996 ideeën voor nieuw
beleid aan te leveren.
De heer UTENS merkt op reeds aangegeven te hebben dat zijn fractie zich uitstekend kan
vinden in de uitgangspunten van deze kadernota.
De heer VAN DE SANDE vindt dat als de heer Utens spreekt over nieuw beleid, hij niet
alleen hoog van de toren moet blazen, maar het dan ook moet aangeven.
De heer UTENS zegt dat met name Dorpsbelangen een nieuwe koers heeft aangekondigd.
Helaas vindt hij dat nergens terug.
De heer VAN DE SANDE merkt op dat de heer Utens zojuist uitsprak dat de raad nu de
kans heeft nieuw beleid te realiseren. Als de heer Utens daarover spreekt, moet hij het
ook naar voren dragen en het niet alleen met de mond belijden.
De heer JACOBS (CDA) komt terug op zijn vraag of, met betrekking tot het wegenfonds,
de 300.000,— al dan niet structureel verhoogd moet worden. Een nacalculatie acht hij
op zich heel positief; de resultaten daarvan zou hij echter vóór het vaststellen van de
begroting willen zien, zodat de raad kan beoordelen of dat bedrag al dan niet nodig is.
Voorts verneemt hij graag hoe het college denkt om te gaan met het bestemmingsplan
Buitengebied, in samenwerking met het herinrichtingsplan voor Rijsbergen. Kan het
college ondersteunen dat we in ieder geval moeten wachten tot het herinrichtingsplan
gepresenteerd wordt?
Wethouder BOURDREZ herhaalt zijn toezegging dat de kwestie rente zal worden
uitgezocht en dat de raad daarover schriftelijk zal worden geïnformeerd. De vragen met
betrekking tot de 50.000,— zullen eveneens worden onderzocht. Mogelijk dat wethouder
Van den Bemd daar een antwoord op weet. Richting de heer Utens merkt hij op dat eerst
op 4 oktober door de Griffie dwingend is voorgeschreven dat we ons aan bepaalde
maatregelen moeten houden. Pas op dat moment kreeg een en ander rechtskracht. De
term 'nieuw beleid in gang zetten' acht hij zeer suggestief. Wanneer je de hele begroting
neemt en je trekt daar alle vaste lasten, zoals personeelskosten en subsidies, van af, dan
blijft er slechts een klein percentage over waar je dan iets mee kunt doen. De suggestie
als zou je daar vreselijk veel mee kunnen is niet reëel en schept bovendien verkeerde
verwachtingen. Als de heer Utens uitroept dit is de laatste mogelijkheid om nog wat te
doen, dan wil hij hem toch wijzen op de begrotingsvoorstellen. Indertijd, toen hij nog in
de raad zat, is nadrukkelijk gezegd zorg voor voorzieningen voor de Koutershof en voor
andere activiteiten die op ons afkomen. Daarvoor is het nu al rijkelijk laat. Het zijn
inmiddels investeringen geworden die door het college moeten worden voorgelegd aan
Zundert en aan G.S. In 1993 had het toenmalige college de kans om dat beleid in te
stellen. Daar heeft de heer Utens geen woord aan gewijd; wel is zijn kritiek nu dat het