-12-
kunnen gebeuren. Hij wijst hierbij op een groep in de regio die praktijkervaring zou
moeten opdoen. Ook Werknemersbelangen voelt zich aangesproken door de opmerking
van de heer Utens over de uitverkoop van Rijsbergen. Men ziet dit niet als uitverkoop,
maar als overleg met Zundert en de provincie. Spreker is het eens met wethouder
Bourdrez dat we er allen mee gebaat zijn wanneer we in gezamenlijk overleg zaken
versneld geregeld kunnen krijgen. Natuurlijk is het zo dat Rijsbergen tot de herindeling
voor zichzelf verantwoordelijk blijft, maar sinds het in werking treden van de Wet Arhi
zijn Rijsbergen en Zundert toch voor een aantal zaken op elkaar aangewezen. Hoewel bij
dit soort zaken de beste stuurlui nog altijd aan wal staan, denkt hij toch dat we er van
rijkswege met de Wet Arhi een loods hebben bijgekregen en dat we moeten proberen
gezamenlijk de herindeling tegemoet te varen.
De heer UTENS heeft met de term uitverkoop slechts willen benadrukken dat we toch
heel duidelijk voor 1996 kijken naar een kadernota die geldt voor de autonome gemeente
Rijsbergen. Hij wil zijn ogen niet sluiten voor wat er na 1996 gebeurt, maar wil alleen nu
duidelijk zeggen dat hier de laatste mogelijkheid ligt om als gemeente Rijsbergen iets te
willen en dat ook te realiseren.
De heer JACOBS (WNB) merkt bij interruptie op dat de heer Utens heel goed weet dat
nieuw beleid afgestemd moet worden met de gemeente Zundert. Voorts hoeft hij zich niet
te verschuilen achter de Wet Arhi; hij weet precies hoe een en ander in de tekst verwoord
staat.
De heer UTENS zegt dat het hem natuurlijk bekend is dat we met een overlegpartner te
maken hebben, in dit geval primair de provincie, die aandringt op overleg met Zundert.
Ook was vóór 4 oktober al bekend dat er een verscherpt toezicht op de gemeenten zou
komen. Hij zal de discussie uit de maartvergadering niet herhalen, maar heeft met
genoegen van de heer Bourdrez vernomen dat ook hij nu heeft ondervonden dat het
overleg met de provincie toch positieve vruchten af kan werpen. Hij hoopt dat dat met
name in de toekomst zo doorgezet zal worden. Hij wil nogmaals benadrukken dat
Rijsbergen zelf nu nog mogelijkheden heeft, weliswaar in overleg met Zundert, maar na
de daadwerkelijke samenvoeging is dat duidelijk afgelopen. Voor wat betreft de
personeelsbezetting dringt hij erop aan dat de continuïteit van het werk voor de Rijsbergse
inwoners gegarandeerd moet worden. Naar zijn mening wordt het ambtelijk apparaat in
feite dubbel belast doordat mensen ook hun beslommeringen hebben met de toekomstige
samenvoeging. Wat dat betreft acht hij de extra votering op zijn plaats. Hij hoopt dat het
college erin slaagt ook de komende periode de service naar de burgers toe te garanderen.
De opmerking van wethouder Van den Bemd over de sociale vernieuwing ontgaat hem
enigszins. De wethouder zegt met een aantal plannen bezig te zijn, maar de overschotten
op de jaarrekening 1994 op de post sociale vernieuwing kan hij dan niet helemaal rijmen.
Een aantal projecten waarvoor voorstellen of verzoeken zijn binnengekomen vindt hij niet
terug in de kadernota en hij zou daar toch extra aandacht voor willen vragen. De
gezamenlijke raad heeft tenslotte kunnen constateren dat we met het voorhanden zijnde
verlanglijstje een flink aantal jaren uit de voeten konden.
Ten aanzien van de werkgelegenheidsprojecten is hem niet geheel duidelijk wat met de
50.000,- concreet wordt voorgesteld. De heer Jacobs wil ze meteen maar inzetten voor
de voetpaden en haalt daar tevens de Melkert-banen bij, die, naar zijn oordeel, toch