mm
vorig jaar in geslaagd de vaste kosten voor de rioolbelasting op hetzelfde niveau te
houden. De heer Utens komt met het voorstel de OZB te verlagen, terwijl hij die andere
jaren juist verhoogd heeft. De heer Van de Sande vindt dat Rijsbergs Belang in ieder
geval een onderbouwd dekkingsplan zou moeten leveren.
De heer UTENS reageert met de opmerking dat de heer Van de Sande exact de spijker op
de kop slaat en hij verwijst daarbij naar de uitgangspunten van de kadernota. Hij
constateert met genoegen dat de begroting 1995 inmiddels is goedgekeurd. Die gaat echter
uit van reeds in gang gezet beleid. Hij heeft het college gevraagd op hoofdlijnen aan te
geven wat nu de nieuwe koers is. Het antwoord daarop was een warrig technisch verhaal
over beroep en bezwaarschriften, dat zijns inziens alles te maken heeft met de Algemene
Wet Bestuursrecht. Hij mist bijvoorbeeld het al enkele jaren oude stokpaardje van de heer
Van de Sande om structureel 1% te gaan bezuinigen. Wat stelt dus die nieuwe koers
voor? Naar zijn oordeel is de nieuwe koers gebaseerd op beleid van het vorige college.
De heer VAN DE SANDE vindt dat de heer Utens zich totaal vergist. Hij brengt slechts
kritiek in, onder andere ten aanzien van de Tiggeltsebergstraat, en roept heel hard in de
pers dat de begroting is afgekeurd. Hij zou de zaken niet zo moeten opblazen, maar ze
benaderen zoals ze zijn.
De heer UTENS meent dat de heer Van de Sande voortdurend valse beschuldigingen uit.
Sprekend over de pers, verwijst hij naar zijn brief die op 16 maart in de raad is
behandeld. Hij heeft nooit over afkeuring gesproken. Hij is overigens blij met de
toevoeging van de portefeuillehouder Financiën, dat het overleg met de provincie toch tot
resultaten heeft geleid. Hij hoopt dat in de toekomst eerder tot een dergelijk overleg
gekomen wordt. Zijn kritiek betrof overigens het uitblijven van goedkeuring, niet het
afkeuren van de begroting; daarin zit een wezenlijk verschil.
De heer VAN DE SANDE merkt op dat een en ander destijds niet zó was geformuleerd.
De heer UTENS verwijst daarop nogmaals naar zijn brief van 16 maart.
De heer VAN DE SANDE komt nog even terug op de nieuwe koers. Met betrekking tot
de rentetarieven heeft hij reeds uitgesproken dat hij de begroting in ieder geval niet
zwaarder wil belasten, teneinde binnen de begrotingsbudgetten activiteiten te kunnen
doen. Ten aanzien van het kostenverhaal merkt hij op dat de voorgaande jaren grotere
lastenverhogingen te zien gaven dan dat de komende jaren het geval zal zijn. Zijn fractie
zal zich daar in ieder geval sterk voor maken. Verder meent hij dat, waar mogelijk,
kosten in de bezuinigingen dienen te worden meegenomen, want, ondanks alle investerin
gen die nog op stapel staan, zal toch tot een sluitende begroting gekomen moeten worden.
Waar het de Koutershof betreft streeft zijn fractie naar een goede, zinvolle verbouwing en
hij wil zich dan ook nog niet uitspreken over het daarvoor opgenomen bedrag. De
financiering van dat bedrag is voor hem overigens nog een groot vraagteken.
De heer JACOBS (WNB) stelt dat zijn fractie het aandachtspunt voet- en fietspaden in de
kadernota heeft ingebracht. Met gebruikmaking van de 50.000,— voor werkgelegen
heidsprojecten zou hier misschien op een niet al te dure manier een stuk onderhoud