i -12- voldoende over gesproken is, het raadsvoorstel ligt ter besluitvorming voor. Een van de raadsleden merkt nog op dat uit het hele verhaal blijkt dat de conclusie toch juist is dat de laatste 26 woningen verkocht zijn op grond van een andere geschatte waarde. De VOORZITTER zegt dat die conclusie juist is, maar daarmee ligt dat ook helemaal in de lijn van de interpretatie van de richtlijnen zoals die oorspronkelijk zijn vastgesteld. Hij gebruikt daarbij met opzet het woord 'interpretatie'. De procedure is volgens een andere interpretatie gegaan die volkomen legitiem is, maar dat wil niet zeggen dat het andere niet legitiem zou zijn. Daar zal echter nog een keer op teruggekomen worden. Zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel besloten. 11. VOORSTEL TOT INSTEMMING MET DE 8e BEGROTINGSWIJZIGING VAN DE ALGEMENE DIENST VAN HET STADSGEWEST BREDA (Bijlage nr. 35). Wethouder VAN DEN BEMD merkt vooraf op dat op bladzijde 1 van het voorstel, halverwege de pagina, een bedrag genoemd staat van 100,— per ton gft-afval, zijnde de door de Afvalsturing Brabant berekende financiële gevolgen. Dat bedrag dient gewijzigd te worden in 110,— per ton gft-afval. Dat laatste bedrag is conform het voorstel zoals dat door het stadsgewest is voorgelegd aan de stadsgewestvergadering. De heer JACOBS (WNB) denkt dat de toelichting van de wethouder niet helemaal strookt met de werkelijkheid. Deze materie is afgelopen vrijdag in het stadsgewest aan de orde geweest en daarbij heeft de Zuid-fractie het standpunt gebezigd dat men bij de opstelling van de begroting al wist dat dat bedrag 110,— zou moeten zijn. In de begroting is 9.500,— opgenomen. Daarna heeft het stadsgewest 6,50 uitgetrokken voor het promoten van de afzet van gft. De 10,— die toen niet meegenomen zijn, zijn er nu bijgekomen. Het nieuwe besluit is dus 100,— voor de gemeenten, terwijl 16,50 komt uit de reserves van het stadsgewest. Verder kan hij de wethouder de verheugende mededeling doen dat er 3 miljoen terugkomt, die echter niet gebruikt mogen worden maar op een aparte rekening gezet moeten worden. De heer UTENS merkt enigszins ondeugend op dat er binnen de stadsgewestfractie onderling eens meer gepraat zou moeten worden in plaats van hier in de raad. Dat zou misschien politiek ook beter te vertalen zijn. De heer JACOBS (WNB) reageert richting de heer Utens dat de wethouder dit niet kon weten, want een en ander is pas vorige week vrijdag zo aangenomen. De heer UTENS zou in dat geval graag van de portefeuillehouder horen of het voorliggende voorstel overeenkomt met hetgeen in de stadsgewestraad is behandeld. Tevens hoort hij graag wat de uitkomst daarvan is, want als de zaak in feite al passé is, dan is zijns inziens onze invloed beperkt. Dus graag eerst wat ruimere informatie over de behandeling in de gewestraad. 4

Raadsnotulen

Rijsbergen: 1940-1996 | 1995 | | pagina 50