Wethouder VAN DEN BEMD wijst erop dat welzijn ouderen eigenlijk al sinds de start van de nieuwe coalitie maandelijks onderwerp van gesprek is geweest. In de periode 1990-1994 zijn er door het toenmalige college op regionaal niveau afspraken gemaakt omtrent het ouderenwerk Etten-Leur/Zundert/ Rijsbergen. Vanaf april 1994 heeft het huidige college dat beleid verder opgepakt en daar waar mogelijk en nodig, is overleg gevoerd. De wethouder is van mening dat in de commissievergadering van december zeer uitgebreid en diepgaand gediscussieerd is over het aanpakken van taken door met name het nieuwe college in de uitvoeringsfase na 1 januari 1995. Ook het langdurige en veelvuldige overleg met de door de heer Martens genoemde instelling is bij die gelegenheid aan de orde geweest. Zowel het vorige als het huidige college heeft naar zijn mening met grote inzet overleg gepleegd, met name met het bestuur van de Stichting Rij serf. Wij allemaal hebben de laatste jaren toch voor ogen gehad om het Ri j serf-gebeuren wat meer inhoud en gestalte te geven. Voor het bereiken van dat doel zijn echter twee partijen nodig die samen iets willen. De reden waarom niet met de Stichting Rijserf tot overeenstemming gekomen kon worden was, zoals ook in de commissie vergadering van december aangegeven, het feit dat genoemde stichting alles wilde, hetgeen niet strookte met het collegestandpunt. Het college van Rijsbergen had zijn motieven om maar een deel van de taken aan de Stichting Rijserf te willen overdragen en op dat terrein heeft het bestuur van die stichting dan misschien toch een kans laten liggen. Zoals reeds eerder gezegd, betreurt de wethouder dit zeer. Het langdurig overleg plegen met deze stichting is een van de redenen dat het college in tijdnood gekomen is. Toen in het kader van de fusie de gemeenten Rijsbergen en Zundert meer met elkaar gingen overleggen, kwam al snel het idee naar boven om te trachten ook op het terrein van de ouderenzorg voor de langere termijn zaken veilig te stellen. Vanuit het standpunt dat in ieder geval het welzijn van de ouderen, zowel in Rijsbergen als in Zundert, aan kwaliteit niet zou mogen inboeten, is het college verdergegaan met zijn taak, zoals ook bevestigd door het raadsbesluit van juni: ga verder op deze weg, ga dat verder uitwerken. Het is dan erg jammer om na intensieve onderhandelingen uiteindelijk toch de knoop te moeten doorhakken en alles onder te brengen in de nieuwe stichting. Het college heeft er alle vertrouwen in dat de nieuwe stichting haar werkzaamheden met verve zal vervullen en dat de ouderen van Rijsbergen en Zundert naar tevredenheid hun draai in de nieuwe stichting zullen vinden. Op dit moment worden de laatste hindernissen genomen, zoals onder andere het passeren van de akte. Voorts mag nog vermeld worden dat vanaf 1 januari de nieuwe stichting bijna geruisloos draait. Met name dankzij het vele werk dat de laatste maanden, zowel ambtelijk als bestuurlijk, in de werkgroep is verricht, zijn we, zij het wat laat, toch zover gekomen. Overigens is de wethouder blij dat alle fracties de instelling hebben dat het belang van de ouderen centraal moet staan. De opmerking als zou er onvoldoende informatie zijn verstrekt, wijst hij van de hand. Vanaf april is de commissie Welzijn en Milieu waar nodig bijgepraat en ook vanuit een aantal instanties waren er regelmatig contacten. De raad van Zundert heeft in zijn laatste vergadering een nagenoeg eensluidend voorstel voorgelegd gekregen en vandaar dat ook het college van Rijsbergen dit voorstel vol vertrouwen aan de raad voorlegt. Hij neemt aan dat de kritiek punten van de fracties enigszins met een korreltje zout genomen mogen worden, omdat naar zijn oordeel de procedures toch volgens de afspraken doorlopen zijn en iedereen toch met name de kans gehad heeft daar zijn aandeel in te leveren. Mochten er nog inhoudelijke opmerkingen zijn, dan hoort hij dat graag in tweede instantie.

Raadsnotulen

Rijsbergen: 1940-1996 | 1995 | | pagina 4