-5- college overgenomen. Wethouder BOURDREZ vindt de opmerking over de financiering terecht en wijst daarbij op een tegenstrijdigheid in het voorstel. In het voorstel staat namelijk zeer nadrukkelijk dat de 4e wijziging van de begroting algemene dienst 1995 vastgesteld dient te worden, terwijl dat in het besluit niet wordt herhaald. Het lijkt hem logisch deze 2.250,— uit het grote krediet te financieren en mocht te zijner tijd blijken dat een aanvulling noodzakelijk is, dan kan alsnog met die begrotingswijziging gekomen worden. Overigens is hij er een voorstander van om dit soort bedragen zoveel mogelijk uit één begrotingspost te dekken. De VOORZITTER stelt vast dat het besluit dus correct is en dat het bedrag ten laste wordt gebracht van het algemeen krediet. De heer RIETVELD merkt op dat, zoals het nu voorgesteld wordt, het niet in de commissie is behandeld. Hij heeft er geen problemen mee dit bedrag gewoon uit de algemene dienst te halen en stelt dan ook voor de zaak vanavond gewoon vast te stellen. Het antwoord van de wethouder vindt hij enigszins verwarrend. Graag hoort hij nog wat de wethouder precies bedoeld heeft te zeggen. De VOORZITTER vraagt de wethouder even bij interruptie te antwoorden, anders blijft de verwarring bestaan. Wethouder BOURDREZ licht nogmaals toe dat volgens het voorstel het beschikbaar stellen van de bijdrage gekoppeld wordt aan het vaststellen van een begrotingswijziging, terwijl in het besluit totaal niet gesproken wordt over een begrotingswijziging. Naar zijn smaak is dat niet juist. Dat is dus inderdaad, zoals de heer Utens ook zegt, een beetje verwarrend. Hij stelt voor dit bedrag uit de grote post van 135.000,— te betalen en later bij eventuele tekorten alsnog uit onvoorzien te putten. Alle posten betreffende het ouderenbeleid blijven dan onder één noemer, terwijl je ze anders over diverse posten in de begroting verdeeld vindt. De heer VAN BEIJSTERVELDT heeft de indruk dat er over twee verschillende stichtingen gesproken wordt. Hij vindt het prima dat bepaalde bedragen uit een en dezelfde pot welzijn komen, maar de Regionale Stichting Zundert-Rijsbergen heeft een begroting ingediend en in dit verband sprak de wethouder over 135.000,—. Daarnaast spreken we over de Plaatselijke Ouderenraad en de statuten liggen bij de notaris om straks te gaan praten over de Seniorenraad. Die nieuw opgerichte seniorenraad gaat vraagt nu om subsidie en zal ook in de toekomst bij de gemeente subsidie aanvragen en niet bij de regionale stichting. Hij is van mening dat het bedrag van 2.250,- niet van de 135.000,— af moet gaan, maar apart gevoteerd moet worden, en is het er dus wel mee eens dat er een begrotingswijziging moet komen. De VOORZITTER zegt dat de wethouder probeerde duidelijk te maken dat gelden ten behoeve van het ouderenwerk beter ten laste gebracht kunnen worden van de begrotings post. Mocht op enig moment blijken dat die post niet meer toereikend zou zijn, dan kan een en ander alsnog gecorrigeerd worden middels een algemene begrotingswijziging, die elk kwartaal gemaakt wordt. Zoals de wethouder ook heeft gezegd, spreekt het besluit

Raadsnotulen

Rijsbergen: 1940-1996 | 1995 | | pagina 43