-2-
De heer VAN DE SANDE sluit zich ten aanzien van punt 10 aan bij de vraag van de heer
Van Beijsterveldt. Daar punt 4 vragen oproept voor wat het standpunt van de gemeente
Zundert betreft, zou hij ook graag dit punt in de commissie behandeld zien. Met
betrekking tot punt 3 verzoekt hij onderdeel 3e, evenals 3b, in de commissie te
behandelen.
De VOORZITTER stelt voor punt 4 toe te voegen aan de commissie B.A., daar het hier
meer in zijn algemeenheid gaat over de verhoudingen van hoe met dit soort zaken wordt
omgegaan. Punt 3e zal eveneens aan onderdeel 2 van de besluitvorming worden
toegevoegd. Informatie over punt 3e zal in de commissie Financiën worden gegeven.
De heer PALS vraagt of dit punt ook in de commissie Welzijn kan worden behandeld,
daar iedereen natuurlijk zo snel mogelijk het sportpark wil herinrichten.
De VOORZITTER meent dat toch de commissie Financiën hiervoor het meest geëigend
is; een en ander komt dan vanzelf weer op het goede spoor.
Mevrouw HAAST-DECKERS vraagt ten aanzien van punt 3h wat er nu klopt, het
schrijven van de provincie dat Rijsbergen voor stads- en dorpsvernieuwing 700.000,—
krijgt toegekend, of de berichtgeving via kabelkrant en pers dat Rijsbergen dat bedrag
juist verspeelt.
De VOORZITTER wijst erop dat het niet de bedoeling is punten hier inhoudelijk te
bespreken. Bovendien zal die vraag snel via haar politieke lijnen beantwoord kunnen
worden.
Mevrouw HAAST-DECKERS zag het stuk dan graag terugverwezen naar de commissie.
De VOORZITTER noteert dat punt 3h ook aan de besluitvorming onderdeel 2 wordt
toegevoegd.
Zonder hoofdelijke stemming wordt, met inachtname van de voorgestelde wijzigingen,
conform het voorstel besloten.
3. VOORSTEL TOT VERGOEDEN VAN DE ADVIESKOSTEN INZAKE DE
VERVANGING VAN DE CV-KETELS IN DE ST. BAVOSCHOOL EN
DAARTOE VAST TE STELLEN DE 3e WIJZIGING VAN DE BEGROTING
ALGEMENE DIENST 1995 (Bijlage nr. 27).
Mevrouw HAAST-DECKERS merkt op dat ook nu weer blijkt dat het advies van de
firma Boonstoppels een slecht advies was. Reeds bij de goedkeuring van de tweede
kredietaanvrage heeft zij erop gehamerd dat dat de definitieve eindafrekening moest zijn.
Tevens blijkt men onterecht van de gedachte te zijn uitgegaan dat men subsidie kon
krijgen. Daar men niet aan de subsidie-eisen voldoet, wordt wederom een krediet aan de
gemeente gevraagd. Zij is van mening dat het schoolbestuur van de subsidie-eisen op de
hoogte had kunnen en moeten zijn en bovendien had men de gelegenheid bezwaar te