9
De heer VAN DE SANDE wijst in dit verband op een door zijn fractie gehouden
informatiebijeenkomst, waarbij de zaal in de Koutershof te klein bleek en mensen in de
hal moesten blijven staan. Vervolgens stelt hij dat vanavond tot een positieve besluitvor
ming gekomen moet worden over dit zwaargewogen bestemmingsplan, waarbij we aan de
vooravond staan van de besluitvorming dat de uitvoering op onderdelen zal moeten
geschieden. Graag hoort hij van de heer Martens welk negatief beeld er uit dit plan
voortgekomen zou zijn. Voorts spreekt hij een compliment uit richting college voor de
wijze waarop men ter zake dit plan de raad is tegemoetgetreden. Voor iedereen was er
voldoende gelegenheid om met ambtenaren en portefeuillehouder te spreken en men werd
altijd bereidwillg te woord gestaan. Hij hoopt dat dat ook de komende maanden het geval
zal zijn, nu er een paar grote zaken op het spel staan en met name het onderdeel pleintje.
Ook hoopt hij dat het college voortvarend met dit onderdeel als prioriteit 1 zal verder
gaan. Als tweede prioriteit noemt hij de Koutershof. Daar zou een invulling voor
maatschappelijke doeleinden aan gegeven moeten worden, zodat, middels een stukje
verbouw, het ook voor andere verenigingen mogelijk wordt zich daar te vestigen. Hij is
van mening dat dit traject voortvarend opgepakt moet worden. Wanneer je als gemeente
stelt dat er naast 'maatschappelijke doeleinden' nog een andere functie op dat terrein zou
moeten rusten, is hij van oordeel dat de beide coalitiefracties dan nu moeten aangeven
waar men 'woningbouw nader uit te werken' zou willen hebben. Vandaar ook dat dat zo
in het amendement is verwoord. Tot slot stelt hij het erg belangrijk te vinden dat de
bevolking goed wordt geïnformeerd over de wijzigingen die eventueel op dit plan worden
aangebracht.
Mevrouw HAAST-DECKERS merkt op dat de heer Martens, met hetgeen hij zojuist
verwoord heeft, doet voorkomen alsof er de laatste tijd niets gebeurd is. Zij wijst erop dat
er door college en ambtenaren keihard gewerkt is om het thans voorliggende voorstel tot
stand te brengen.
De heer PALS merkt in zijn algemeenheid op datje als centrumbewoner blij moet zijn dat
er een bestemmingsplan ter afronding voorligt. Iedereen weet dan duidelijk waaraan en
waaraf. Hij vindt het jammer dat bij dat plan verschillende woningen worden wegbestemd
en verzoekt het college de betreffende mensen soepel te benaderen. Hij ziet als zeer
positief dat een aantal te laat ingeleverde zienswijzen toch in het bestemmingplan is
meegenomen. Ten aanzien van de voorlichting is hij het eens met de heer Martens.
Voorlichting is niet alleen het opnoemen van feiten en het verwoorden van plannen, maar
zeker ook een stuk verduidelijking en het met eigen woorden weergeven hoe iets tot stand
gekomen is en wat er nog staat te gebeuren. Voor wat de werkzaamheden betreft, merkt
hij op dat een dergelijk bestemmingsplan slechts tot stand kan komen wanneer daar door
iedereen hard aan gewerkt wordt. Bij het ingediende amendement stelt hij toch een paar
vraagtekens. Het verkleinen van het bouwblok van de Prima acht hij terecht, omdat
Rijsbergen naar zijn idee meer gebaat is bij verschillende dagwinkels. De huidige
gebruiker wordt door die verkleining niet in zijn activiteiten belemmerd, maar voor de
toekomst heb je andere mogelijkheden. Ten aanzien van het pleintje vraagt hij zich af hoe
men bedoelt daar het centrum verder uit te breiden. Wordt daarmee een bouwblok
bedoeld, dan acht hij dat een verkeerde gang van zaken. Het was toch juist de bedoeling
een ruimtelijk plein te creëren? Het handhaven van de parkeerplaatsen bij de Rabobank
acht hij een goede zaak. Hij vindt het wat al te simpel om bij een bestemmingsplan, waar
je al zoveel jaren mee bezig bent, maar gauw de uitbreiding van het cafetaria mee te