- 4 - Wethouder BOURDREZ had een aantal van de gemaakte opmerkingen wel verwacht. Hij is het niet eens met het gestelde dat goedkeuring onthouden is. Hij wenst graag overleg met de provincie en verwacht dat dit op korte termijn tot resultaten zal leiden. Hij brengt in herinnering dat de meeste besluiten, die aan deze begroting ten grondslag liggen, in de vorige zit tingsperiode van de gemeenteraad zijn genomen. Hij wijst erop dat vroeger iedere begroting voor verantwoordelijkheid was van de gemeente. De mate waarin de provincie kritisch beoordeelt, is naar zijn mening wel toegenomen. Door de gemeentelijke herindeling is het toezicht door de provincie nl. verscherpt. Hij verwacht een positief resultaat van de bespreking met de provincie en wil eerst dat gesprek eens afwachten. De heer UTENS is zeer ontevreden over het antwoord van de wethouder. Hij heeft bewust de begroting niet inhoudelijk aan de orde gesteld. Het gaat hem uitdrukkelijk om het behartigen van de belangen van de gemeente en om de manier waarop dat gebeurd is. Die manier is volgens hem onvoldoende. Van een gemeente die onder verscherpt toezicht is geplaatst, had hij een minder luchtige reactie verwacht. Bovendien is hij van mening dat de gemeenteraad in een veel eerder stadium ge-nformeerd had moeten worden. De heer v.d. SANDE betreurt het eveneens dat de begroting niet is goedgekeurd. Ook hij is het niet eens met de stelling van de heer Utens, ook in de pers gedaan, dat goedkeuring onthouden is. Hij is van mening dat informatie die door raadsleden wordt verstrekt juist moet zijn. Het valt ook hem op dat de provincie anders met de gemeentebegroting omgaat, sinds het onderwerp van de gemeentelijke herindeling actueel is. Hij hoopt dat de gemeente zich in het gesprek met de provincie hard zal maken voor de begroting. Hij acht het noodzakelijk dat goedkeuring verkregen wordt. In vergelijking met de gemeente Zundert is de begroting en de financi-le positie van de gemeente Rijsbergen naar zijn oordeel gezond en kent goede overschotten. Hij wijst nog eens op erfenissen uit het verleden, waarmee begonnen moest worden. Naar zijn mening zijn het college en de wethouder hard bezig om de zaak voor de gemeente Rijsbergen goed geregeld te krijgen. De heer UTENS herhaalt nogmaals dat hij niet de begroting inhoudelijk aan de orde wil stellen, maar het bestuurlijk functioneren van de verantwoordelijke portefeuillehouder en ook de belangen van de gemeente Rijsbergen. Hij vraagt zich nogmaals af waarom het college niet eerder in aktie is gekomen in de richting van de provincie. De heer v.d. SANDE wil graag zijn bijdrage af kunnen ronden. Hij is van mening dat de initiatieven van de vorige spreker gedurende deze raadsperiode minimaal geweest zijn. Hij heeft de indruk dat een aantal rancunes ontstaan zijn uit het verloop van de laatste verkiezingen en het oordeel van de kie zers. Hij is niet onder de indruk van de opmerkingen van de provincie; dit gezien de hoogte van het bedrag van - 122.000 waaraan goedkeuring is onthouden, afgezet tegen de gezondheid van de financi-le positie van de gemeente. Hij spoort het college aan zich bij de besprekingen met de provincie sterk te maken. Hij hoopt dat dat in het belang van de zaak kan, in overleg met de gemeente Zundert. Hij staat in elk geval voor het belang van de drukriolering. De heer JACOBS (WNB) geeft aan, dat de kadernota, na bijsturing, nog steeds zijn instemming heeft, ook na de verkiezingen. Hij is het niet eens met de opmerkingen die de provincie maakt over het niet structurele karakter van sommige begrotingsposten. Hij dringt er bij het college op aan, dat nadruk kelijk aan de orde te stellen bij de besprekingen met de provincie.

Raadsnotulen

Rijsbergen: 1940-1996 | 1995 | | pagina 16