- 3 -
De heer PALS vraagt namens zijn fractie de stukken 4 en 9 ter advisering in
handen te stellen, teneinde nader ge-nformeerd te worden over de lange
termijn van behandeling van deze onderwerpen. Met betrekking tot stuk 10 zou
hij graag weten of het college al geantwoord heeft en zoja wat.
De VOORZITTER stelt dat een en ander vanavond kan worden afgedaan, maar dat
de informatie in de commissie zal worden verstrekt.
De heer v.d. SANDE vraagt of, gezien de urgentie van sommige stukken, een en
ander in de eerstvolgende commissievergadering als ingekomen stuk kan worden
behandeld.
De VOORZITTER neemt aan dat het geen probleem is daar aanstaande maandag op
terug te komen.
Mevrouw HAAST-DECKERS vraagt namens haar fractie de punten 1, 3 en 10 naar
de commissie terug te verwijzen.
De VOORZITTER stelt dat over de aangemelde stukken aanstaande maandag in de
commissie gesproken zal worden. Stuk 3 zal voor advies in handen worden
gesteld van B&W. Voor het overige blijft het voorstel gehandhaafd.
Zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel besloten, met
uitzondering van ingekomen stuk nr. 3, dat voor advies in handen wordt
gesteld van B&W.
6a. SCHRIJVEN NAMENS DE FRACTIES RIJSBERGS BELANG EN CDA P.P. 4 MAART
MAART 1995 INZAKE DE ONTHOUDING VAN DE GOEDKEURING AAN DE
BEGROTINGSWIJZIGING TEN BEHOEVE VAN DE 5e FASE DRUKRIOLERING EN DE
VRAGEN VAN DE PROVINCIE INZAKE DE GEMEENTEBEGROTING 1995.
De heer UTENS refereert aan een brief die hij namens Rijsbergs Belang en het
CDA heeft gestuurd over het onthouden van goedkeuring aan de aanleg 5e fase
drukriolering, alsook over de onthouding van goedkeuring aan de
gemeentebegroting 1995. Hij heeft die brief geschreven, mede naar aanleiding
van een brief van 2 maart jl., met betrekking tot deze onthoudingen. In
laatstgenoemde brief wordt verwezen naar een brief van 21 februari jl., met
opmerkingen van de provincie over problemen rondom de ingediende begroting
1995. In een resum- geeft de provincie naar zijn oordeel reeds duidelijk
aan, dat de begroting niet voor goedkeuring in aanmerking kan komen. Hij
vraagt aan de politiek verantwoordelijke wethouder wat zijn inspanningen
zijn geweest. Hij wil ook graag vernemen welke akties er na 22 februari nog
zijn ondernomen. Hij heeft vastgesteld dat vanaf 1990 telkens twee maanden
na de vaststelling van de begroting, goedkeuring is verleend door de
provincie, zij het met n enkele uitzondering. Hij informeert naar de
inspanningen van de gemeente om tot een afdoende oplossing te komen. Ook wil
hij graag ge-nformeerd worden over de consequenties van het aanhouden van de
begroting, dit temeer daar nieuwe onrendabele kapitaalsuitgaven ook niet
voor goedkeuring in aanmerking zullen komen.
De heer MARTENS wil daar graag n punt aan toevoegen. Hij vraagt waarom de
gemeenteraad niet vroeger in kennis is gesteld van het feit dat er problemen
waren rondom de begroting en waarom het college niet sneller heeft
gereageerd richting provincie.
De heer v.d. SANDE wil wachten met zijn bijdrage totdat de wethouder het
woord gevoerd heeft.