m -2- 2. Voorstel tot vaststellen van de rapportage 1995 tot en met het derde kwartaal en naar aanleiding van deze rapportage het vaststellen van de 14e wijziging van de begroting algemene dienst 1995 (Bijlage nr. 114) De heer VAN DE SANDE vraagt om zo spoedig mogelijk en nog in de eerste maanden van 1996 met een voorstel te komen voor de bestemming van het overschot 1995. Politietaken zijn naar zijn mening in eerste instantie een verantwoordelijkheid van de landelijke overheid. Hij is dan ook tegen een overschrijding van het budget dat voor politietaken is uitgetrokken. Wethouder BOURDREZ zegt toe met voorstellen te zullen komen voor de bestemming van de overschotten. Zonder hoofdelijke stemming wordt conform het voorstel besloten. 3. Voorstel tot het vaststellen van de 15e begrotingswijziging inzake herberekening reserves speciaal en basis onderwijs (Bijlage nr. 1151 De heer VAN BEIJSTERVELDT stelt vragen over de reserves voor het speciaal en voor het basisonderwijs en de maximalisatie. Hij constateert belangrijke verschillen in de getallen van 16 maart, de kadernota van 8 juni, de goedgekeurde jaarrekening van 27 juni over 1994 en de herberekening die nu voorligt. Dit gegoochel met cijfers gaat zijn financiële begrip te boven. Hij vraagt hoe het mogelijk is dat in een zo korte periode zoveel verschillende cijfers worden gepresenteerd. Hij stelt voor om de reserves te laten zoals ze in de jaarrekening 1994 zijn goedgekeurd. Volgens hem is de hoogte van de reserves niet maatgevend voor de aanvragen door het onderwijs voor noodzakelijke voorzieningen die aan de te stellen voorwaarden voldoen. Wethouder BOURDREZ geeft toe dat het voorstel voor de maximalisatie wat snel gedaan is. Hij stelt dat dat op een correcte manier is hersteld. Ook stelt hij dat invulling is gegeven aan het verzoek om een herberekening vanaf 1986. De verschillen zijn niet het gevolg van uitgaven, maar van de stortingen. De heer VAN BEIJSTERVELDT merkt op dat het goedkeuren van aanvragen niet afhankelijk is van de stand van de reserves, maar van het feit of de aanvraag aan de eisen voldoet. Wethouder BOURDREZ stelt dat dat nu het onderwerp is, of de hoogte van de reserves juist is of niet. Daarvoor is een herberekening uitgevoerd. Dat heeft niets te maken met het doen van aanvragen. De heer VAN BEIJSTERVELDT zegt dat die herberekening naar zijn mening wel wat eerder plaats had kunnen vinden.

Raadsnotulen

Rijsbergen: 1940-1996 | 1995 | | pagina 142