-14- De heer JACOBS (WNB) vindt de ontsluiting voor de bewoners van de Leijakker naar het zwembad en het sportpark een goede zaak. Hij vindt het jammer dat de raadsleden pas deze dag de teke ningen onder ogen hebben gekregen. Hij vraagt naar een onder bouwing van het bedrag en wanneer met de werkzaamheden wordt aangevangen De heer MARTENS maakt het college een compliment voor het pad. Hij hoopt dat er ook verlichting komt. Hij vraagt waarom deze zaak niet beter voorbereid is richting raadsleden. Hij vindt dat de financiële onderbouwing enigszins tekortschiet. Tevens vraagt hij naar de eigendomssituatie van de gronden en de eventuele gevolgen waar die nog niet in eigendom zijn. Hij maakt een opmerking over het verder doorlopen van het pad naar De Waterman. Tot slot vraagt hij of rekening is gehouden met een eventuele aansluiting aan een voetpad langs de Leijloop richting de Leijakker. De heer PALS stelt dat hij al tijden aandringt op een voetpad vanuit de Hooiberg en de Leijakker naar sporthal, zwembad, voetbalvelden en tennisbanen. Hij is niet tevreden over de gang van zaken met de voorbereiding. Hij wil het voorstel alsnog terug in de commissie behandeld hebben. Hij vraagt of het gemeentelijk verkeersveiligheidsplan al klaar is, desnoods in concept. Hij vindt het niet terecht dat er een koppeling gemaakt wordt tussen de le en 2e fase van het sportpark voor wat betreft de aannemer. Wethouder BOURDREZ heeft uit de commissiebehandeling begrepen dat het voorstel breed gedragen werd. Hij zegt dat de snelheid het gevolg is van het koppelen van de le en 2e fase. De teke ningen hadden ook volgens hem wel wat eerder voor de leden van de raad ter inzage kunnen worden gelegd. Hij zal daar, waar mogelijk, volgende keer rekening mee houden. De financiële onderbouwing moet nog worden aangescherpt. Het gaat hier om een orde van grootte, om vooruit te kunnen. Hij stelt dat alle gronden in eigendom zijn. Hij wil de opmerking over de aan sluiting op een eventueel Leijloop-pad meenemen. Het veilig heidsplan is nog niet definitief vastgesteld. Deze manier van behandelen is gevolgd om te voorkomen dat een en ander naar volgend jaar verschuift. Dat acht hij niet in overeenstemming met zijn verantwoordelijkheid. Er zijn geen structurele of wezenlijke wijzigingen ten opzichte van juni, naar zijn me ning. Hij vindt het wel wat ver gaan als de raad voor elk detail een uitvoerige behandeling vraagt en waarschuwt voor de vertraging die dat tot gevolg kan hebben. Hij vindt dat er redelijke informatie is verschaft. Weliswaar niet geheel optimaal, maar de raad is ook niet voor voldongen feiten geplaatst. Hij vindt het een logische aansluiting op het voetpad dat ook naar De Waterman loopt. De heer VAN DE SANDE wijst op de aanwezigheid van de Leijakker als een van de voorwaarden om deze investering te doen. Hij hoopt dat de uitvoering even voortvarend zal worden aangepakt als de besluitvorming.

Raadsnotulen

Rijsbergen: 1940-1996 | 1995 | | pagina 120