-12-
opgenomen. Hij is het eens met de stelling over inkomenspoli
tiek. Het KVO betaalt politieke vorming kennelijk uit andere
middelen, gezien de verantwoording die jaarlijks wordt afge
legd over de besteding van met name de emancipatiegelden.
Mevrouw HAAST-DECKERS vraagt naar de relatie tussen de voorlo
pige subsidie en het slopen van het oude gebouw.
De heer RIETVELD vraagt om een toelichting op het punt van de
kinderopvang
Wethouder VAN DEN BEMD licht toe, dat de subsidie voor de
scouting is omgezet in een instandhoudingssubsidie, in verband
met het wijzigen van de eigendom van het gebouw. Het financi
ële gedeelte van die wijziging in de eigendomssituatie moet
nog worden afgewikkeld. Er is sprake van een bedrag per lid
van de scouting plus 2%. De kinderopvang valt gewoon onder de
Welzijnsnota
De heer RIETVELD is van mening dat kinderopvang niet in de
Welzijnsnota thuishoort. Hij vindt dat de afspraken in de
commissie niet conform in de nota zijn vertaald.
Wethouder VAN DEN BEMD stelt dat het gezien de formulering in
de nota een kwestie is van vestzak/broekzak, gezien ook het
bedrag dat de gemeente Rijsbergen gaat ontvangen van het rijk.
De heer RIETVELD blijft bij zijn stelling dat kinderopvang
niet in de Welzijnsnota hoort. Hij wenst op dat punt dan ook
een voorbehoud te maken. De discussie over de sociale vernieu
wing is volgens hem nog niet afgerond. Naar zijn mening wordt
op de manier waarop het nu is opgenomen een voorschot genomen
op een discussie die nog verder gevoerd moet worden en daar
maakt hij bezwaar tegen. Het gaat hem meer om die discussie
dan over de financiering.
De VOORZITTER constateert een misverstand. De wethouder heeft
geantwoord over de financiering. Het is hem nu duidelijk dat
het voorbehoud op het punt kinderopvang gemaakt wordt tegen de
achtergrond van het feit, dat er nog een inhoudelijke discus
sie over moet plaatsvinden. Dat hoeft dus naar zijn oordeel de
vaststelling van de Welzijnsnota niet in de weg te staan, mits
nota wordt genomen van die kanttekening en er ook bij de
uitvoering rekening mee wordt gehouden. Hij zegt toe bij de
besluitvorming die aantekening mee te nemen.
Zonder hoofdelijke stemming wordt conform voorstel besloten,
met inachtname van de gemaakte aantekening.
16Voorstel tot het vaststellen van het evaluatieverslag Wet
Voorzieningen Gehandicapten en mitsdien tot het wijzigen
van de thans geldende verordening (Bijlage nr. 83)
De heer VAN BEIJSTERVELDT vraagt of hij een kopie kan krijgen
van de landelijke evaluatie, als die binnen is. Hij vraagt of
de termijn van 8 weken, die in de Algemene wet bestuursrecht