tïu - 4 - Dhr, v.d. Sande Toch een stukje ondersteuning richting dhr. v.d. Bemd want het gaat om de reactie van de bezwaarmaker nl. dat hij de indruk schetst -en of dat juist is of niet juist is- ik denk dat dhr. v.d. Bemd daarop zinspeelt. Hij vraagt als zodanig, of de indruk komt steeds naar voren dat er bouwlocaties toege wezen zijn, formele of informele. Daar rept de bezwaarmaker nogal over. Daar beroept hij zich op, dat hij dat gestand wil doen en met dit bestemmingsplan wat nu voorligt kan dat niet. In hoeverre worden we dan nog achtervolgd en daar denk ik dat dhr. v.d. Bemd een toelichting op zou willen hebben van het college. Dat is ook het nl. betoog geweest van de bezwaarmaker. De voorzitter Ja, luister nou. Begrijp ik het niet of begrijpt u het niet? U bent commissie van onderzoek van een ingediend bezwaarschrift. Dat had toch op zijn minst zo geweest dat dat onderwerp zou zijn geweest van uw onderzoek tijdens het horen van betrokkenen. Bovendien, nee, u luistert nu even want u luistert niet. Bovendien als u het dossier goed bekijkt en u weet ook uit wetskennis dat er maar 1 instantie is die beslist of ergens bouwmogelijk heden zijn of niet middels een bestemmingsplan, dat beslist de raad en niemand anders Dhrv.d. Bemd Mag ik nu dan even? Ten tijde van de hoorzitting heb ik aan de voorzitter gevraagd of ik nog enige vraagstelling mocht doen aan betrokkene en dat heeft hij toen in ieder geval ook niet toegestaan. Vandaar dat wij, gezien het verslag wat ook van die bijeenkomst is gemaakt, toch bij ons die vraag stelling nog leeft. Daar willen we graag uitsluitsel voor hebben. De voorzitter U brengt me nu toch echt in de problemen want ik kan me niet voorstellen dat ik u als commissielid heb onthouden om vragen te stellen. Behoudens als het over dingen gaat die niet aan de orde zijn. Maar elk commissielid heeft de volle vrijheid om m.b.t. het voorliggende bezwaarschrift om daar vragen over te stellen. Dhrv.d. Bemd Dan wil ik u toch vragen voorzitter om het verslag erop na te slaan van de bijeenkomst, toen wij de bezwaarmaker gehoord hebben hier in de raadszaal. Ik denk dat het er zelfs nog in verwoord is zelfs. De voorzitter Ja, zo kunnen we nog even doorgaan. Ik heb daar geen problemen mee, ik heb alle tijd wat dat betreft. Maar ik wil u er toch op wijzen dat u alle vrij heid hebt gehad als commissielid om datgene te vragen aan de bezwaarmaker, wat tot zijn bezwaren heeft geleid en de onderliggende stukken. Vervolgens hebt u daar een concept over gehad. Daar is aan u gevraagd of u met be trekking tot de conclusies die u als commissie hebt getrokken of dat vol doende is. Nou, het lijkt mij redelijk om te mogen veronderstellen dat ook in die fase als u daar nog vragen over had gehad, dat u zich daar ook over had kunnen verstaan met de commissiesecretaris om m.b.t. dat soort onderde len daar nog een nadere toelichting op te krijgen. Het is nu in ieder geval niet aan de orde.

Raadsnotulen

Rijsbergen: 1940-1996 | 1994 | | pagina 95