- 25 - Dan ga ik achterover zitten en met mij het college, want zo ga je niet met elkaar om. Je hoort dan over alles te spreken. Je hoort dan over sociale zaken en noemt u maar op. Over dingen die je samen moet doen. Als eerst alleen maar gesproken kan worden over de overname van het woningbedrijf en als we daar dan ja tegen zeggen en dan pas over de rest dan denk ik dat dat eventjes tijd kost om daar aan te wennen. Ik dacht niet dat we zo met elkaar omgingen. Vandaar ook dat het college min of meer de voorzitter ernstig ge vraagd heeft om te gaan praten met de voorzitter van het college van de ge meente Zundert om in ieder geval die onduidelijkheid uit de weg te helpen en samen op één lijn te komen. Dat we toch samen zaken zullen moeten gaan doen op welk terrein dan ook. Dat is -en daar waren wij als wethouders en ik denk u als raad ook uitstekend- tenminste, wij waren er blij mee dat dat heel goed is gelukt. De beide burgemeesters hebben een uitstekend gesprek gehad. Nadien, dat heb ik u al verteld, de beide colleges, met een agendapunt zonder stukken. Daar lag geen enkel stuk aan ten grondslag, het waren 6 of 7 punten die besproken zijn. Overal is in principe overeenstemming over be reikt en daar zal u ter zijner tijd ook worden voorgelegd. Eén van die onder delen is het woningbedrijf. Voor de verdere rest heb ik daar weinig aan toe te voegen. De voorzitter Ik zou daar het volgende aan willen toevoegen. Ik heb geprobeerd in eerste instantie aan te geven dat het zaak is met de nodige omzichtigheid hiermee om te gaan en dat wil zeggen dat m.b.t. de motie, maar ik zal het wel niet begrijpen. Als mijnheer Bourdrez nu regelmatig ons voorhoudt dat we regel matig, zorgvuldig met een aantal dingen om moeten gaan, dan begrijp ik niet dat we zo even uit de losse hand, want niemand van de raadsleden heeft onder liggende stukken, even kunnen zeggen dat we dat ongeveer effe voor 5 miljoen gaan verkopen. Er is zoéven al gezegd dat als je wilt verkopen en dat kan ook ontleend worden aan de brieven die zoéven zijn uitgereikt van dhr. Bour drez ook ontleend worden, dat je daar bepaalde procedures bij in acht moet nemen. Je moet niet even uit de losse hand wat doen. Als we nu duidelijkheid hebben en ook eigenlijk overeenstemming hebben, dat wat u voor ogen staat dat dat ook gaat gebeuren, doe dat dan op een dusdanige wijze dat datgene -en ik herhaal wat ik in eerst instantie heb gezegd- wat u voor ogen staat, dat dat ook gerealiseerd wordt. Zet dat niet op de tocht. En ga dan zeker niet op basis van deze motie iets besluiten, want u besluit dan feitelijk tot verkoop, dan zeg ik, ik heb nog nooit zoiets meegemaakt. Het lijkt me ook niet verstandig om te doen, doe dat zorgvuldig. Vandaar dat we zoéven hebben aangegeven, dat onderwerp komt aan de orde. Ook ingebet en ingepast in het totaal van zaken die moeten gebeuren. Dan denk ik dat gezamelijk een goede zaak gedaan wordt, want alvorens je tot verkoop overgaat en daar is ook door u op gewezen, dus wil je de betrokkenen, de huurders daar eerst nog eens over moeten informeren, want alles met één hamerslag hevel je de si tuatie wel van de ene naar de andere. Ik denk dat ook in dat traject van overdracht past dat je de betrokkene eerst duidelijk maakt wat er staat te gebeuren in de procedure en dat dat dan ook zijn beslag krijgt. Voor alle duidelijkheid, zoals het er nu bijstaat zal omstreeks, althans voor de zomer vakantie die procedure met inachtname van al die stappenkunnen worden afge rond en daar bent u zelf bij betrokken. Ik zal daar in ieder geval a.s. 10 maart de nodige informatie en achtergrondinformatie nog aan u geven. Dat lijkt me verstandiger om dat op die plaats te doen. De motie zou het college in dit stadium zeker willen ontraden.

Raadsnotulen

Rijsbergen: 1940-1996 | 1994 | | pagina 65