- 5 -
In zijn algemeenheid is het erop gericht en bedoeld om mensen die als gevolg
van een handicap - en dat kan een heel brede opvatting zijn, handicap, niet
in de mogelijkheid verkeren om sociaal maatschappelijk te functioneren, dat
die in beginsel een beroep op deze regeling kunnen doen. Een beroep doen op
de regeling houdt niet automatisch in dat er dus wat te halen valt. De om
schrijving van de wet geeft een wat nadere omschrijving voor de situaties
waarin dat kan plaatsvinden. En het is vervolgens aan de gemeente overge
laten hoe zij daar verder mee omgaat. Om te voorkomen dat nu elke gemeente
daar een beetje zijn eigen gang in gaat en er situaties zouden kunnen ont
staan dat bijvoorbeeld iemand die een aanvraag doet in Rijsbergen voor een
bepaalde voorziening, dat daarop ingegaan wordt met een bepaalde vorm van
verstrekking of tegemoetkoming, eventueel financieel, dat bijvoorbeeld een
gelijkwaardige situatie zich voordoet bijvoorbeeld, noem maar welke andere
gemeente, Etten-Leur dat dan in dezelfde regio op zo'n korte afstand m.b.t.
de uitvoering van deze wet, er nu dusdanige verschillen ontstaan dat iede
reen daarvan ziet van dat kan toch niet? Waarom op de ene plaats zo daarmee
omgegaan en op de andere plaats zo? Dat is de aanleiding geweest om regio
naal verband te komen tot een zekere uniformering van regelgeving. Dat is op
zichzelf geen vinding die men in de regio heeft gedaan maar men trekt als
het ware de lijn door van de opgebouwde kennis en now how o.a. bij de GAK's
en de GMD's. De Gemeenschappelijke Administratiekantoren als uitvoerende
organen van de bedrijfsverenigingen en bij de Gemeenschappelijke Medische
Dienst, de GMD. Het zal voor een gemeente, zeker ook voor een gemeente als
Rijsbergen, maar ook voor de wat grotere gemeenten een fysiek onmogelijke
situatie gaan worden om zich op dat hele brede terrein met uitvoering van
die wet bezig te houden. Dus ook op dat terrein is samenwerking alleen al
voor de uitvoer van deze wet gewoon geboden. Dat hier toevallig ook nog een
andere ontwikkeling aan parallel loopt, dat kan een gunstige bijkomstigheid
zijn om via deze toch min of meer gedwongen winkelnering ook op andere
terreinen de zaken die misschien dan nog niet voor de handliggende zijn, wat
gemakkelijker te laten lopen. M.b.t. de uitvoering van deze wet is het ook
de bedoeling om zodra dat ook maar enigszins mogelijk is ook voorlichting te
gaan geven in een zo breed mogelijke zin. Daar zijn al wat beginsel afspra
ken gemaakt o.a. in de richting van de vrouwenorganisaties en de ouderenbond
hier te Rijsbergen lopen op het ogenblik afspraken m.b.t. voorlichtings
activiteiten. Die hebben tot op dit moment nog niet kunnen plaatsvinden om
dat de tijd die is gelegen tussen de beslissing over de wet in de Kamer en
de uitvoering m.i.v. 1 april a.s. dusdanig kort is, dat er enorme problemen
zijn ontstaat m.b.t. de overdracht van gegevens bij bedrijfsverenigingen
naar gemeenten. We krijgen pas half maart de gegevens van de bedrijfs
verenigingen. Vooruitlopende op die datum van 1 april is er toch het nodige
voorwerk gedaan. O.a. de verordening was een verplichting zoals we die
vanavond vaststellen en er is in de vorm van opbouw van kennis bij de
ambtelijke organisatie, want het is geen geringe opgave, is ook het nodige
gedaan aan scholing en vorming. De praktijk zal echter zijn, dat waar de
activiteiten bij de bedrijfsvereniging en de GMD's aflopen, dat die be
schikbaar zal komen voor de gemeente. Nou, daarmee hopen we in iedergeval
dat de uitvoering van de wet en de invoering op 1 april, dat die zo
geruisloos mogelijk zal verlopen, zeker voor de categorie die daar gebruik
van maakt is er geen probleem, behoudens dat zeker voor diegene die een
zogenaamde vervoersvoorziening hebben, dat daar wel wijziging in kan komen,
dat er nl. in meer collectief verband geregeld zal gaan worden. Belangrijk
is de nieuwe categorie en daar zal ook de voorlichting op gericht moeten
zijn.