T'
- 16 -
Er ligt een rioleringsplan wat vastgesteld is en nogmaals samen met
VB-accountants beschouwd zal worden. Ik denk dat er alle reden voor is
nogmaals gezien die ambtelijke discussie die plaatsvindt en het advies van
VB-accountants daarin te betrekken en u dan een eindoordeel te vormen. Ik
denk dat dat de conclusie moet zijn van de discussie die gevoerd is en die
discussie zal ook een einde moeten maken aan die onduidelijkheid die ont
staan is. Daar refereert ook een aantal van u aan, dat is ook gewoon toe
gezegd, dat is ook verwoord in het raadsvoorstel, wat dat betreft is er ook
alle duidelijkheid over. De inhoudelijkheid van de motie is denk ik ook
niet juist, nogmaals ambtelijk wordt er ook verschillend over gedacht. Tot
slot, mijnheer van den Bemd had het dan over de uithaal richting meneer van
de Sande. Ik kan me voorstellen dat het bij hem wat vreemd overkomt. Ik
voel dat zo en voel dat nog steeds zo, met mij maak je afspraken en binnen
die afspraken wordt er gewerkt. Dat was de reden dat ik die opmerking ook
gemaakt heb, en nog steeds vind dat ik die moest maken.
De voorzitter
Ik ga over tot de stemming. Allereerst komt in stemming de motie. Mag ik
vragen wie is voor de motie? Voor de motie zijn 3 vertegenwoordigers.
Wie is tegen? Tegen de motie zijn 6 tegen.
De motie is verworpen.
Ik breng nu het voorstel in stemming. Verlangt iemand stemming over het
voorstel? Zo niet, dan is aldus besloten.
De voorzitter sluit de vergadering middels het uitspreken van het ambts
gebed.
Aldus vastgesteld in de openbare
van de raad op 3 maart 1994.
De raad voornoemd,
vergadering
De voorzitte.