- 45 - mond te nemen - recht voor de raap te zeggen waar het op staat of stond. Zonder dat ik al te schokkende zaken meemaakte in al die jaren, zijn middels mijn inbreng een groot aantal zaken verwezenlijkt of op de rails van uit voering gezet: denk maar aan Sporthal-Rijserf-Hazeldonk-dependance Piusoord-nieuwbouw scouting-diverse fondsen-CAI-ROS-VAC en natuurlijk het nieuwe bedrijventerrein waar zoveel commotie over geweest is. Mijn grootste zorg voor de toekomst is de herindeling in relatie tot de personeelsformatie. Ik zou op dit moment dan ook een dringend beroep op de nieuwe raad en het college willen doen, de belangen voor ons ambtenarenkorps zorgvuldig te behartigen, zodat voor alle personeelsleden een goed passende functie gewaarborgd blijft. Voorzitter, bij een afscheid hoort een dankwoord. Wat dat betreft verzoek ik u bij deze, de secretaris mijn oprechte waardering te laten brengen aan ons gemeentepersoneelmet wie ik al die jaren op zo'n fantastische wijze heb mogen samenwerken. Wat dat betreft heb ik op enig moment het als een compliment beschouwd dat de ambtenaren mij als "een deel van de gemeentehuis houding" betitelden. Daarnaast wil ik alle politieke medestanders en tegenstanders danken. Tegenstanders, omdat zij mij lieten zien tot welke praktijken men in staat is, als de eer en roem lonkt, medestanders, omdat ik op zo'n zakelijk prettige wijze met hen samengewerkt heb. Verder wil ik niet teveel namen noemen. Voor enkele mensen maak ik graag een uitzondering, met name André en Jacqueline Verschueren, die mij door dik en dun gesteund hebben. Alsmede mijn eigen gabbers van het thuisfront, die altijd en telkens weer op de achtergrond daar waren waar ik hun steun nodig had, en uiteraard ook kreeg. Dat verdient op dit moment: dank je. Mijnheer de voorzitter, dames en heren, wat heb ik er verder nog aan toe te voegen Ik ga weg, het is goed geweest, het ga u goed. Dank u wel. De voorzitter sluit de vergadering met het uitspreken van het ambtsgebed. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad op 8 juni 1995. De raad voornoemd, de de Schwartz •'V

Raadsnotulen

Rijsbergen: 1940-1996 | 1994 | | pagina 136