- 4 - 7Voorstel tot het aangaan van een rekening-courant overeenkomst met de Rabobank voor het jaar 1994. (Bijlage 195) Verlangt iemand van u hierover het woord? Niemand? Iemand stemming? Zo niet, dan is aldus besloten. 8Voorstel tot het aangaan van een rekening-courant overeenkomst c.a. met de Bank Nederlandse Gemeenten in Den Haag voor het jaar 1994. (Bijlage 196) Verlangt iemand van u hierover het woord? Iemand stemming? Zo niet, dan is aldus besloten. 9Voorstel tot het machtigen van burgemeester en wethouders tot het sluiten van kasgeldleningen. (Bijlage 197) Verlangt iemand van u hierover het woord? Niemand? Iemand stemming? Zo niet, dan is aldus besloten. 10Voorstel tot het aangaan van vaste geldleningen voor het jaar 1994. (Bijlage 198) Verlangt iemand van u hierover het woord? Niemand? Iemand stemming? Zo niet, dan is aldus besloten. 12Voorstel tot het aangaan van het Convenant Zuidelijk Stroomgebied Breda (Bijlage 200) Verlangt iemand van u hierover het woord? Niemand? Dhr, v.d. Sande Het convenant Zuidelijk Stroomgebied Mark is uitvoerig besproken in de gecombineerde commissievergadering zelfs. Het is een project dat in het verlengstuk ligt van uitvoering van het streekplan. Doelstellingen, regionaal kader, herziening van het bestemmingsplan buitengebied. En dan wel rekening houden met rijksbeleid, provinciaal beleid en waterschappen. Voorzitter, ik mis hier eigenlijk de agrarische sector met name. En ik zeg dat met nadruk omdat het in principe en zeker het meest betrokken zijn in het gebied. Bestuurlijk maak ik me nog niet zo direct zorgen over dit plan. Wel de invloed van de agrarische sector. De bedrijven zoals ik al eerder zei in het buitengebied. Het moment wanneer ze dus in kunnen spelen voor bestemming of betrokkenheid. Voor deze sector zijn er op dit moment minder kansen maar steeds meer bedreigingen. Die bedreigingen worden steeds groter. In principe ben ik er toch wel van overtuigd, dat er op langere termijn, mits deze bedrijven de tijd krijgen zoals minister Lubbers het onlangs toegezegd heeft in Breda op de bijeenkomst van het NCB, wanneer ze de tijd krijgen om het nationaal milieuplan op een langere termijn uit kunnen voeren. Dan komt dit gebied, deze sector zeker met oplossingen. Maar als ik nu kijk naar het convenant, dan vind ik het een bestuurlijk plan en ik vind dat wij nu in het traject zitten, dat wij de agrarische sector c.q. de standorganisaties moeten betrekken bij de voorlichting van dit traject. En ik verzoek u om middelen vrij te maken om de voorlichting aan deze sector in gang te brengen. Want de gevolgen kunnen best omvangrijk zijn. Verder vraag ik om tussentijds tijdig te rapporteren naar de commissie- of raadsvergadering hoe de ontwikkeling van het traject is. Ik denk dan aan minimaal 1 of 2 keer per jaar.

Raadsnotulen

Rijsbergen: 1940-1996 | 1993 | | pagina 4