- 16 - Toen hebben zij op een gegeven moment ook gezegd van nou gaan we met z'n allen niet langer meer zeuren. Er moet gewerkt worden. Wij willen een nieuw gebouw. In de wandelgangen werd op een gegeven moment wel eens een keer gezegd van, wil de scouting eigenlijk wel zo graag naar dat terrein toe. Ik heb die vraag toen zeer duidelijk aan het bestuur gevraagd van willen jullie daar naartoe ja of nee. Want anders moeten we er daar 100% onze arbeid in steken. Ik heb daar 100% ja op gekregen. Wij willen heel graag naar dit terrein. Toen is het allemaal in een stroomversnelling gekomen. We hebben een projectleider aangesteld, dhr. Segers heeft dat opgepakt en die heeft daar enorm veel tijd in gestoken moet ik zeggen. En heeft samen met het bestuur van scouting, en ik mocht daar als voorzitter fungeren, hebben wij verschillende goede vergaderingen gehad en is het het laatse half jaar een klein beetje in een stroomversnelling gekomen. Dat is eigenlijk gewoon de realiteit die op dit moment isEn toen is gevraagd en dan kom ik toch even op dat ordeningsgedeelte van art. 19, waarom. En ik kan me wel voorstellen dat u zegt van nou, goed, als dan het bestemmingsplan nu toch al hier ligt, dan kunnen we meteen het bestemmingsplan goedkeuren. Er is door de scouting gevraagd van nou, vaders en moeders van onze leden, er zij ontzettend veel mensen die willen daar graag aan meewerken. Die kennen het vak. De een is loodgieter, de ander is bouwvakker, de andere is weet ik het wat. Die willen dat allemaal zelfd doen. Als wij de hele procedure af moeten werken, dan zou het voordat we art. 19 terughebben, zouden we de vakantieperiode overgaan en ja, dan hebben de mensen geen vakantie meer en op dit moment 20 tot 30 mensen die hebben zicht uitgesproken binnen de vereniging om een gedeelte van hun vakantie eraan te besteden om dit gebouw omhoog te krijgen. En dat is eigenlijk de reden geweest dat we gezegd hebben van nou, dan proberen we dat via een art. 19 zo snel mogelijk te realiseren. Dan kan ik me voorstellen dat u zegt van, na 4 jaar of na 6 jaar, om dan nog een art. 19 aan te vragen dat komt bij ons een klein beetje vreemd over, maar dat was de hoofdreden dat we gezegd hebben van nou, dan proberen we dat via een art. 19 zo snel mogelijk te realiseren. Dat is het eigenlijk in eerste instantie voorzitter. De voorzitter Dhr. v.d. Bemd in tweede instantie. DhrvdBemd De bantwoording van de wethouder past denk ik in de kersttijd. Ik vind het alleen heel jammer en ook heel negatief dat met name een stuk beleid wat na 1990 op het gebied van de ruimtelijke ordening met name tot uitdrukking is gekomen, dat wij er slechts sporadisch in slagen om een bestemmingsplan klaar te maken en dan de zaak in te vullen. Maar het lijkt wel een modevoor stelling in Rijsbergen geworden te zijn intussen. Dat wij het maar normaal vinden dat wij met een art. 19 werken. En ik wil eigenlijk gezien de werkwijze die wij als raad in samenwerking met de ambtenaren met college hebben afgesproken, vind ik eigenlijk de beantwoording toch te klein. Er moet meer achter zitten. Waarom er nog geen bestemmingsplan met name in deze tijdstermijn voor dit project, wat in '90 bekend was dat daar de huisvesting zou komen, waarom die niet gerealiseerd is. Als oppositie hebben wij in de diverse commissievergaderingen, wanneer BRO te gast is, hebben wij meermalen de vraag voorgelegd aan het bureau van wat voor tijdstermijn julllie nodig hebben om eventueel een bestemmingsplan te wijzigen of aan te passen. Nou, dan wordt er gesproken van 3 tot 6 maanden, dan zou die zaak rond kunnen zijn.

Raadsnotulen

Rijsbergen: 1940-1996 | 1993 | | pagina 16