- 11 - Mevr, v.d. Bemd Even kort. Er werd net terecht, denk ik, door dhr. Bourdrez opgemerkt dat ik in het verleden al een keer gezegd heb dat er een wijziging van een be stemmingsplan plaats zou moeten vinden op de Tiggeltseberg. En inderdaad, ik heb dat gezegd, ik kan me dat nog heel goed herinneren. Ik heb dat ook gezegd, op dat moment met de intentie die erachter lag om zo snel mogelijk met de bouw van het scoutinggebouw een aanvang te kunnen nemen om daar wat druk op te zetten. Wat dat betreft denk ik, dat het dus voor mij en mijn collega en voor de hele coalitie heel erg duidelijk is, hoe belangrijk het is en hoe spoedeisend ook, om zo snel mogelijk aan het bouwen te gaan. Wat dat betreft denk ik dat er geen enkel misverstand over mag bestaan, dat de uitspraak die ik toen gedaan heb, dat dat gedaan zou zijn om te zeggen: voordat het bestemmingsplan klaar is, mag er ook niet gebouwd gaan worden, want voor mij en de rest van de coalitie is het heel erg duidelijk dat wanneer de spoed aangetoond wordt, dan het bestemmingsplan op zich nooit een reden mag zijn om een art. 19 te weigeren. Een art. 19 zal getoetst moeten aan spoedeisendheid. Spoedeisendheid hebben wij in ons schrijven van 14 dagen geleden overigens aangegeven en ik hoop dat er zo snel mogelijk een modes gevonden wordt. Het gemeentebestuur heeft in de bijliggende stukken aangegeven, dat er vanuit de gemeente ook begeleiding komt. Daar ben ik heel erg blij mee, daarmee hou je de zaak duidelijk in de grip. Dit ter geruststelling ook aan de collegaraadsleden aan de andere kant van de tafel, die zich daar wat meer zorgen over maken. Ik denk dat de zaak goed voorbereid is. Het hele traject is doorgelopen, dat heeft dhr. v.d. Rijzen al aangegeven. Ik ga er dan verder ook niet meer op in. Het betreft een ordeningsvoorstel wat ons betreft zo snel mogelijk die spade erin. Ik zou nog aan willen dringen om alles conform de pas te laten lopen, zodat het in ieder geval volgend jaar als de vakantieperiode nadert, de scouting de vlag mag hijsen en wij met hen. Dhr. Rietveld Ik merk ondertussen dat de kerstsfeer al toegeslagen heeft, bijna bij iedereen, maar ik ben toch wat kritischer dan mijn voorgangers denk ik. De voorzitter Is dat ook dankzij de kerstsfeer. Dhr. Rietveld Nee, misschien als tegenhanger. Ik vind eigenlijk wat hier voorligt een staaltje van bestuurlijk onvermogen en ik zal u dat toelichten waarom. Het is al meerder malen aangehaal de datum 26 april 1990, die heeft u al een paar keer gehoord. Toen is er een besluit genomen, financiering. We zijn nu 3 1/2 jaar later en nu ligt er een art. 19 procedure voor. 26 april 1990 was al bekend dat het bestemmingsplan gewijzigd moest worden. 3 1/2 jaar de tijd gehad om dat te doen, dat is dus op dit moment nog steeds niet gebeurd. Wel een art. 19 procedure, dus bij mij komt dan de gedachte op dat blijkbaar het bestemmingsplan aangepast moet worden aan de bebouwing die er komt en niet andersom. Het is nog steeds zo bij een bestemmingsplan dat er eisen gesteld worden aan de bebouwing en daarop een bouwaanvraag dient te toetsen. Dat is punt 1. Aan wie het nu gelegen heeft dat het 3 1/2 jaar heeft geduurd. Ik denk ook dat we daar richting bestuur van de Stichting Scouting moeten kijken, want ook die, zover ik dat begrepen heb op veel aandringen, hebben heel lang gewacht om te komen met een bouwplan. Laten we één ding heel duidelijk stellen.

Raadsnotulen

Rijsbergen: 1940-1996 | 1993 | | pagina 11