- 10 - kon houden op hetgeen wat er ging gebeuren. Maar dat we duidelijk rekening hielden met het tijdstraject wat er inzat. Dat is wat betreft de vraagstel ling over Brabant Chemie. Ik meende die opmerking toch te moeten plaatsen om hier een juiste weergave in ieder geval te krijgen. De voorzitter Ik geef nu het woord aan wethouder Jochems voor zijn eerste instantie. Wethouder Jochems Ik kan nu wel op alle punten inhoudelijk ingaan, maar ik denk dat de hoofd moot is, dat we met elkaar hebben afgesproken, althans de meerderheid van de raad heeft gezegd, dat we een kleinschalig bedrijventerrein willen, daar gaat het in eerste instantie om. Eigenlijk het liefst zo snel mogelijk. De heer Bourdrez heeft het ook al gezegd. Het duurt mij eigenlijk allemaal veel te lang. Nu, die verklaring daarvoor, waarom dat het zolang duurt, dat is toch eigenlijk de zorgvuldigheid iedere keer, samen met B.R.O. om te probe ren om tot een goed bestemmingsplan te komen. Daarnaast hebben we natuurlijk ook de onderhandelingen voor het aankopen van gronden voor het totale klein schalig bedrijventerrein. Dit gaat ook gewoon door. Dit loopt ook nog niet precies zoals wij dat als college precies hadden gewenst. Wat nu mijn groot ste vrees is en ik denk dat we niet allemaal allergisch moeten zijn voor ar tikel 19, maar ik ben daar helemaal niet zo allergisch voor, want als je iets wil op een gegeven moment en je hebt dat met elkaar afgesproken. Je zegt van: nu er moet een kleinschalig bedrijventerrein komen, dan denk ik dat een artikel 19, zolang dat nog bestaat (maar dat zal niet zolang meer bestaan, want de provincie wil daar ook vanaf), dat het een uitstekend mid del is om zaken te versnellen. Want als je moet wachten op de goedkeuring van het bestemmingsplan met alle procedures daaraan, die goed zijn, maar dan zou het best zo kunnen zijn dat wanneer het kleinschalig bedrijventerrein op een gegeven moment wordt goedgekeurd, iedereen is het naar de zin gemaakt, maar daar zullen wij dan waarschijnlijk toch wel niet in slagen, maar als alle procedures dan zijn afgewerkt, dan zou het best zo kunnen zijn dat er op dat moment (we moeten immers ook verder kijken) een wat grotere gemeente ontstaat, waar op dat moment een goedgekeurd bestemmingsplan is, en waar andere bedrijven, niet uit Rijsbergen, daar zich dan ook zouden vestigen, want die wonen dan ook in die gemeente welke het op dat moment is. U weet dat er een ontzettende druk is op dit moment van mensen uit Rijsbergen, van Rijsbergse bedrijven om graag op het kleinschalig bedrijventerrein zich te vestigen. Of zij daar nu wel of niet thuishoren, ja als zij een milieuver gunning nodig hebben dan loopt dat via de milieuvergunning en als de milieu vergunning als we die niet rond krijgen, nu dan komt zo'n bedrijf daar niet. Ik denk niet dat wij ons daar als raad zo druk over moeten maken. Dat dat op de eerste plaats niet onze taak is. Het is onze taak om op hoofdlijnen te zeggen: nu dat hebben we gezegd: we willen in Rijsbergen een kleinschalig bedrijventerrein het liefst zo snel mogelijk. Een artikel 19 is een middel om dat te versnellen. Dhr. Rens heeft daar om gevraagd. Dat is een speciale troef die we kunnen gebruiken bij de provincie. Dat heeft de provincie ook zelf gezegd, om een artikel 19. Dat is een urgentie-kwestie. Dat is eigen lijk een grote urgentie-kwestie. Daar willen we dan aan meewerken. Maar mocht dat niet zo zijn, dan zijn er ook nog andere bedrijven die zeer urgent zijn. Dus de urgentie blijft altijd bestaan, los van of dhr. Rens nu wel of niet komt. En daarom zou ik ervoor willen pleiten: neem alsjeblieft die ar tikel 19 op, met de aanlegvergunning en laat ons op dit moment de bedrijven die elke week op de stoep staan, en vragen hoe moet ik nu verder, de komende jaren, dat wij die in eerste instantie kunnen helpen. We hebben daar drie hectare grond liggen. We kunnen daar op dit moment iets gaan doen en met de rest komen we met zijn allen best uit. Daar ben ik van overtuigd.

Raadsnotulen

Rijsbergen: 1940-1996 | 1993 | | pagina 64