- 53 - Die maatschappelijke vorming, die discriminatie en allerlei andere zaken, die aan de basis als een stuk opvoeding meegegeven kunnen worden, die moeten wij in ieder geval niet proberen te onthouden. Uit gesprekken met de leiding van de basisscholen is dat dan toch naar voren gekomen, dat zij dat als hoge urgentie beschouwen. Dat dat gehandhaafd moet blijven. Wij kunnen dat als Werknemersbelangen onderschrijven en dat is niet om te scoren, dat is gewoon om de basisschool, de kinderen die daar deel van uitmaken. Wethouder Utens zegt, je moet die zaken ook op een OC school eventueel, ik denk tenminste dat hij die richting bedoelt. Daar hebben we pas een school opgericht. Daar is het stukje onderwijs of vorming van een ander gehalte. Maar ik denk bij de begroging 1994, dat het college in ieder geval de roep vanuit de raad voor dit onderdeel, om dat in ieder geval weer terug op te voeren, om dat over te nemen. Werknemersbelangen kan zich goed vinden in dit voorstel maar toch zeker ook voor de toekomst. Dhr. Martens Ik denk dat we op die manier op dezelfde lijn zitten. In feite wat we hier aan het doen zijn is 2 dingen door elkaar halen. Het eerste is het afgelopen beleid wat we in 1991 hebben vastgesteld waarbij toen keuzes gemaakt zijn en dat bedoelde ik - dat geeft mevr. Baelemans ook terecht aan. Er zijn meerdere dingen in de overweging meegenomen dan puur die distriktskatechese Toen ging het nl. over een totaal. Er zijn toen bepaalde keuzes gemaakt en misschien moeten we daar anders over denken. Maar daar is een evalutatie voor. Daar komen we volgende keer voor. Dhr. Baelemans Dat betekent dat u nu stelt distriktskatechese nu niet volgend jaar weer wel. Nou, wat voor beleid dat dan is. De voorzitter Dan zien we volgend jaar weer. Ik zou u nu willen beperken tot de dingen. Ik sta nu geen onderlinge interrupties meer toe. Het begint nu te ontsporen. Ik vind niet dat dat de kwaliteit van de besluitvorming ten goede komt. Nog andere leden van de raad? Dat is niet het geval. Heeft de wethouder nog behoefte aan een reactie? Wethouder Utens Ik heb er weinig aan toe te voegen. Ik denk dat het duidelijk is. Wat dhr. Martens terecht opmerkt, het is hier een beleidskwestie. Allerlei argumenten worden aangevoerd. Het heeft weinig zin om daar inhoudelijk nog op in te gaan. De zaak is voor mijn geheel duidelijk, die wordt betrokken in de gesprekken waar we op dit moment mee gaande zijn. Ik vind het een slechte zaak, dat we hier adhoc, buiten alle procedureverzoeken die we kennen voor aanvullende subsidieverzoeken, dat we een besluit gaan nemen. Ik denk dat het er toe doet aan de totale besluitvorming waar we als raad mee bezig zijn in het kader van die heroverweging van het welzijnsbeleid. Ik zou dit voorstel dan ook ten sterkste willen ontraden. De voorzitter Ik breng het voorstel nu in stemming? Wie verlangt stemming over dit voorstel? Wie is voor het voorstel om het niet te aanvaarden? Voor het voorstel zijn: mevr. v.d. Bemd, dhr. Verschueren, dhr. Martens, wethouder Jochems, wethouder Utens. Wie zijn tegen? Tegen zijn de overige leden. Het collegevoorstel is aangenomen.

Raadsnotulen

Rijsbergen: 1940-1996 | 1993 | | pagina 53