- 33 - De opmerking die erbij gesteld wordt, dat het betrokken wordt i.v.m. de sanering van Brabant Chemie. Ik vraag me af of dat juist is met de inhoud van het raadsvoorstel ten aanzien van de bouwaanvraag Wethouder Jochems Op het laatste van dhr. v.d. Sande met de opmerking waarin hij zegt, dat dit wordt betrokken bij Brabant Chemie. U weet dat en dhr. Nuyten en zijn schoonvader gezamelijk een aanvraag hebben ingediend en dat wij toen hebben gezegd, i.v.m. Brabant Chemie proberen we in ieder geval een art. 19 los te krijgen voor de beide partijen. Ik denk dat u het zo moet zien. Alleen uw raad heeft wat betreft dhr. Nuyten het aan zich houden en dhr. Beljaars niet. Ik denk ook dat dat een vergissing is van dhr. v.d. Bemd. Dhr. Beljaars heeft inmiddels een bouwvergunning gekregen, daar is men mee bezig. Maar dhr. Nuyten bij mijn weten nog niet, die moet tot vandaag wachten. Dhr, v.d. Bemd Wethouder, daar wordt toch een 2 onder 1 kap gebouwd? Wethouder Jochems Dat weet ik niet. Er is een vergunning afgegeven voor dhr. Beljaars. Daar kunt u de besluitenlijst van B&W op na lezen. De voorzitter Is er behoefte aan een tweede instantie? Dat is niet het geval? Dhr. Bourdrez Het spijt me dat er toch nog even op inga. Maar dit is ook een art. 19. Nou gaan we ja zeggen. Maar dat is een andere motivering dan van de wethouder. Het is jammer dat hij onze opmerkingen niet overneemt. Het geval Beljaars houdt verband met Brabant Chemie. Wij zijn megegaan met het geval Nuyten, omdat hij in het verleden 2 tot 3 keer toe bouwtekeningen heeft ingediend en daar kosten voor heeft gemaakt, o.a. aan de Kon. JulianastraatUiteindelijk is het afgewezen door Provinciale Staten omdat het bouwcontingent op was. Dat vinden wij geen behoorlijk bestuur, dit vinden wij geen behoorlijke benadering van mensen en daarom hebben we gezegd dat het geen draad verband heeft te maken met Brabant Chemie. Dat hebben wij ook in de commissies herhaalde malen gezegd. Maar dit wordt doodgewoon niet opgenomen. Dat is onze overweging om ook aan mijnheer Nuyten art. 19 toe te staan. Dat vind ik volkomen terecht want we hebben een man op een niet helemaal zuivere, nette manier behandeld. Dat zijn onze overwegingen om met dit voorstel mee te gaan. Wethouder Jochems Ik wil daar toch wel op antwoorden, want ik vind het nogal wat dat mijnheer Bourdrez zegt dat wij die man niet goed behandelen. Dan bent u denk ik toch aan het verkeerde adres. Wij geven geen art. 19 af maar de provincie. En de provincie heeft art. 19 geweigerd. DhrBourdrez U had moeten zeggen, nou, we willen wel proberen maar houdt er rekening mee, dat het contingent volledig is uitgeput, dus uw kansen zijn uitermate gering. Wethouder Jochems Wanneer is het contingent uitgeput mijnheer Bourdrez? U kent de voorbeelden. U drijft het weer toe op dingen die gewoon niet zo zijn.

Raadsnotulen

Rijsbergen: 1940-1996 | 1993 | | pagina 136