- 14 - In de geest van de gesprekken van de afspraken en ik wijs dan toch naar de opmerkingen die mijnheer v.d. Bemd ook terecht plaatst, die vanaf het allereerste moment ook deel uit heeft gemaakt van de begeleidingscommissie. Ik heb dat werk ook mee mogen maken gedurende al die jaren. We hebben denk ik ook een soort evolutie gezien met betrekking tot het asielzoekerscentrum. In het begin was het zeker niet de makkelijkste periode en een onbekend gegeven, verwachtingen, speculaties, die links en rechts binnen Rijsbergen ter sprake kwamen. Ik denk dat er nu een wezenlijk andere situatie is. We hebben inmiddels een aantal jaren achter de rug. We hebben de statuswijzi ging meegemaakt van het AZC werd het een OC. We hebben toen ook in de begeleidingscommissie -en mijnheer v.d. Bemd heeft er ook al aan gerefereerd- toch nogal een aantal kritische opmerkingen moeten plaatsen, dat met name rondom de beheerssituatie nogal het een en ander mankeerde. Geleidelijk is toch dat centrum gegroeid naar dat wat het centrum nu is. Een cenrum wat goed functioneert conform de randvoorwaarden zoals we die ook met de overeenkomst van 1988 aangegeven hebben. Want het is niet alleen het centrum wat daar gevestigd werd, het was ook kijken of de voorliggende over eenkomst waarvan ook wij maar af moesten wachten of die aan de verwachtingen zou voldoen. Dat je op het ene moment ook moet constateren dat die toch beoogd heeft datgene te brengen aan afspraken met elkaar en dan kun je wel spreken in termen van de overheid is sterker, nou, ik denk dat het hier even wat anders is. Hier hebben we afspraken met elkaar gemaakt. De gemeenteraad van Rijsbergen heeft in 1988 een richting aangegeven, een concept- bestuurs overeenkomst vastgesteld en daarbij ook de opmerking gemaakt, die vanavond ook terecht door dhr. v.d. Rijzen wordt geplaatst, dit is het wat de raad van Rijsbergen uitspreekt en het college gaat daar maar mee op pad, leg dat maar voor aan het ministerie en dit is het. Dat is denk ook een beetje de trant van het verhaal, wat met name de mensen die ook 1988 meegemaakt hebben ook vanavond ook weer uitspreken dat er dan wat wijzigingen voorkomen met name met betrekking tot de personele invulling en de mankracht zoals ver woord is. Ik denk dat dat terecht is met name dat aspect. Ook is heb de brief van de buurtbewoners gelezen en daar vraagt men terecht aandacht voor. Als er meer mensen bijkomen dan zal er in ieder geval gezorgd moeten worden dat met name de beheerssituatie minimaal gelijk blijft aan de huidige en dat daar ook de nodige garanties en voldoende garanties voor gekregen dienen te worden. Dat is ook hetgene wat verwoord is in de huidige concept overeenkomst die dan voorligt en die dan moet dienen ter vervanging van deze overeenkomst, waarbij ook als gevolg van veranderende omstandigheden. Want je kunt nu helaas nooit 5 jaar vooruit kijken. Ik verwijs dan maar naar de onderwijsparagraaf, dat is iets wat we 5 jaar geleden echt niet konden over zien. Het was op dat moment zelfs op het ministerie nog niet bekend. Want men ging er in 1988 vanuit dat onderwijs aan asielzoekerskinderen niet van toepassing zou zijn. Inmiddels is anders gebieden en dat betekent dat je inderdaad dit soort zaken verder aan de orde moet stellen en verder ook vast moet stellen in de overeenkomst. Wat dat betreft denk ik dat de raad van Rijsbergen op dit moment wederom een goede overeenkomst aangaat, dat heeft het college duidelijk opgemerkt met betrekking tot de voorliggende problematiek. Wat ook iedere keer opduikt is dan de discussie rondom het aantal. Ik mag u dan toch verwijzen -degene die daar aan twijfelen- ook de huidige overeenkomst voorziet in 325 opvangplaatsen waarvan er 275 effectief gebruikt mogen worden, niet meer. Dat is op dat moment ook in 1988 vast gesteld op basis van de beschikbare logiescapaciteitdat vervolgens in het planologisch traject zich daar problemen in voorgedaan hebben.

Raadsnotulen

Rijsbergen: 1940-1996 | 1993 | | pagina 117