- 11 - DhrvdBemd Wat dit onderwerp betreft, wij hebben in de laatste commissie BA, alle fracties hebben ruimschoots aandacht geschonken aan het eventueel verlengen van de bestuursovereenkomst. Toen is er inderdaad door de leden van de begeleidingscommissie op verzoek ook hun inbreng zoals gebruikelijk naar voren gebracht. Wij hebben eigenlijk na afloop toch wel in meerderheid kunnen vaststellen dat het functioneren van het OC gelegen aan de Ettense- weg, dat dat vrij redelijk tot goed verloopt. Wij hadden toen tijdens die commissievergadering wat verschil op enkele onderdelen, o.a. de inbreng van de politie. Die zou wel of niet in de overeenkomst opgenomen dienen te worden. Maar zoals in de praktijk blijkt waarin maandelijks of twee maandelijks ook altijd de vertegenwoordiging van de vreemdelingendienst aanwezig is. Nou, we kunnen alleen maar beamen en ik denk dat wethouder Utens dat ook kan, dat er een goede groep bijeen is die de zaak serieus oppakt. Ik denk dat we die groep in al zijn geledingen zo moeten voortzetten in de toekomst. In die discussie die wij in de laatste commissie BA gevoerd hebben, hebben we met name dhr. Verschueren en mijn persoon toch wel gepleit om in ieder geval eind 1994 te evalueren omdat we met name de privatisering binnen het project waarin de OC'w en de AZC's vallen, omdat daar ook behoorlijk wat wijzigt. Maar waar wijzigt men niet? Ik kan dan ook goed begrijpen dat dhr. v.d. Rijzen namens de coalitie een amendement op dit terrein heeft ingediend, want als je de berichtgevingen die middels de staatssecretaris toch bijna in elke huiskamer binnenkomen omtrent de extra druk die hij middels extra huisvesting voor zowel grote als kleine gemeenten in de toekomst eventueel gaat opleggen, dan schuilt er toch het gevaar in, dat het NN wordt in de toekomst. Vandaar, en mijnheer v.d. Rijzen vroeg het voor de vergadering al, vandaar dat ik als lid van die commissie en ook als lid van deze raad ervoor wil pleiten om in ieder geval in die de onder handeling te kiezen voor het gegeven waarvoor wij destijds in 1988 voor gekozen hebben, maar als het opgelegd wordt dan vraag ik me in alle gemoede af, is er dan een andere weg mogelijk, ook voor de kleine gemeente? Want ik heb deze dag of gisteren stond het stuk van portefeuillehouder van het Stadsgewest Breda, wethouder v.d. Wetering uit Zevenbergen in de pers vrij uitgebreid, en die wijst op datzelfde gegeven dat het gevaar aanwezig is dat elke gemeente door de staatssecretaris gewoon wordt verplicht. Ze krijgen er wel extra woningen voor maar om te gaan bouwen, voor dat probleem. Vandaar ook mijn bezorgdheid omtrent dit punt. Voor de verder rest hoop ik dat wij gewoon op de ingeslagen weg verder kunnen gaan en als de eventuele wijziging van bestemmingsplan t.z.t. aan de orde is en als dat goedgekeurd wordt op hoger niveau, dan vind ik dat wij onder bepaalde voorwaarden de zaak zoals in 1988 opgestart gewoon verder moeten uitbreiden. Ik hoop alleen maar in dezelfde trent en in dezelfde goede gang zoals het op het moment gaat. Maar ook wij hebben de zaak niet in de vingers. Wij proberen heel veel te regelen, er zijn heel veel spelregels ter plaatse van toepassing. Maar er is o zo snel iets veranderd. Dhr. Bourdrez Laat ik beginnen met te verklaren dat wij er als CDB, ook uit onze christelijke achtergrond zeer nadrukkelijk zijn om mensen in nood te helpen. Dat men daar dus geen verkeerde interpretaties aangeeft. Mensen in nood moet je altijd helpen, die moet je nooit in de kou laten staan. Maar we zitten hier een oordeel te geven aan een overeenkomst. Gemakshalve wordt door de coalitie gezegd dat het een verlenging is, bij de oppositie dat het nieuwe overeenkomst is.

Raadsnotulen

Rijsbergen: 1940-1996 | 1993 | | pagina 114