- 5 -
De voorzitter
Nog andere leden? Dat is niet het geval? Dan is het woord aan wethouder
Utens
Wethouder Utens
Ik zal ook voorkomen dat de discussie van de vorige vergaderingen herhaald
gaan worden. Het is nu al voor de derde keer dat we over de evaluatie van
het welzijnsprogramma spreken. De eerste maal was meen ik in de raads
vergadering van maart. Toen is het stuk aangehouden en vervolgens terug
gekomen. Dat betekent dat de voorbereidingen voor het volgende welzijns
programma 1994, waar dhr. v.d. Sande ook naar refereert, waar dit dan toch
het uitgangspunt voor zou moeten zijn. Dat we dan toch maar zo stout geweest
zijn als college en we hebben die uitgangspunten van dit beleid toch maar
overgenomen. Het hield met name in dat een aantal subsidies in een ander
jasje gegoten zouden worden. Met name de subsidie van de buitenschoolse
activiteiten is er daar een van. Dan zijn de uitgangspunten van het welzijns
programma genomen en inderdaad is afgelopen dinsdag de inspraakronde ge
weest. Er waren weinig mensen aanwezig. Op zich een goede zaak, denk ik.
Want het was kennelijk tot eenieders tevredenheid. We hebben een drietal
schriftelijke reacties gekregen, die puur betrekking hebben op het uit
voeringsgedeelte van het welzijnsprogrammaDat betekent wel dat het beleid
als zodanig overgenomen wordt en ook niet tot problemen leidt. Het is met
name om die reden, daar waar we in de evaluatie de afgelopen drie jaar toch
een aantal kanttekeningen geplaatst gekregen hebben, men nu toch ook naar de
vaststelling van het voorontwerp 1994 toe en gebruik makende van de uitgangs
punten van dit welzijnsbeleid. De evaluatie zoals die thans voorligt, we het
programma ook dienovereenkomstig ingevuld hebben en toch tot tevredenheid
mogen constateren, dat met name daar waar in het verleden nogal wat weer
standen waren. We hebben het met name over de school maar ook durf ik hier
best te noemen de fanfare die gereageerd heeft en die toch in hoofdlijnen
met de aankondiging van het beleid in ieder geval in kan stemmen en vragen
heeft over de uitvoering. Dat kan ik me best voorstellen na een evaluatie,
maar dat wel met name het beleid onderstreept. Dat betekent dat we vanavond
toch eigenlijk een beetje achter de feiten aanhobbelen, zou ik toch durven
beweren, gezien de praktijk m.b.t. het voorontwerp 1994. Ik kan alleen maar
de gedachtengang van dhr. Martens ondersteunen en dat er wat betreft het
amendement, denk ik, geen enkele noodzaak is op dit moment. Gezien de
aankondigen en de bekendheid van de verwachtingen naar 1994 toe. Ik wou het
hierbij laten.
De voorzitter
Tweede instantie.
Dhr, v.d. Sande
We gaan alweer een stap verder buiten datgene wat nu ligt. De trein moet
verder gaan. Ik ben er best mee eens wat de wethouder zegt en ook wat dhr.
Martens zegt ten aanzien van het voorontwerp 1994. Alleen is het nu natuur
lijk wel zo, het gaat nu om de evaluatie en in 1994 gaan we zaken bijelkaar
voegen. De activiteiten ten aanzien van de onderwijsbegeleidingsdienst, die
wordt niet in de evaluatienota betrokken. Nu zeggen we dat we vooruit gaan
kijken en wij menen nu die subsidies van buitenschoolse activiteiten, het
schoolzwemmen, districtscatechese of schoolzwemmen, onderwijsbegeleidings
dienst, hoe je die ook mag noemen, om die bijelkaar te voegen. Ik vind nl.
dat als je budget afgeeft, dat je toch een toetsje moet hebben waar de
gelden aan uitgegeven gaan worden.