«I Mevr, v.d. Bemd i Toen er in januari 1992 een voorbereidingsbesluit genomen werd voor de komst van een bedrijventerrein hebben collega Verschuren en ik daar voornamelijk op tegen gestemd. Omdat het gebied dat in de kernrand lag en wat daar naar onze mening bij betrokken had moeten worden, buiten beschouwing gelaten werd. Ook hadden wij op dat moment onze grote twijfels nog met betrekking tot het advies wat van de PPC uit in de richting van GA zou moeten gaan. Op dit moment ligt de situatie iets anders. De PPC kan zich vinden, althans er komt een positief advies in de richting van GS. Daarnaast heeft U ons idee de grens van het voorbereidingsbesluit te verleggen en het kernrandgebied bij te betrekken, overgenomen. Dat een aantal raadsladen daar niet gelukking mee is daar kan ik niets aan doen. Ik heb het voorstel namens dhr. Verschu ren en namens mij gelanceerd. Het is erbij betrokken kennelijk met de bedoe ling datgene wat wij ingebracht hebben in de toekomst te kunnen verwezenlij ken. Om te beginnen de grip die op de hele zaak kan houden vanaf het einde i van de kom richting kernrand en zo afbouwend in de richting van het bedrij venterrein. Totdat je in het buitengebied terecht komt. Daarmee heb je grip op de zaak en daarmee kan je de zaak nader invullen. Het is helemaal niet zo dat er op dit momemt concrete bestemming opligt. Maar dat is ook helemaal niet zo erg. Met het nemen van een voorbereidingsbesluit misdoe je in feite niets. Wij kunnen ons op dit moment, dat moet ons van het hart, zeer goed vinden binnen de grens van het voorbereidingsbesluit zoals het er nu ligt. Juist om mijn voorgenoemde redenen. Je kunt daar groenvoorzieningen treffen, wat ruimer dan dat je in het oorspronkelijke plan zou kunnen. Dat is al één van de redenen. Je kunt het ook verder afbouwen met alle mogelijke varia ties, die op het moment op het bestemmingsplan vastgesteld gaat worden, vast nog wel stof tot praten zullen opleveren. Maar die op dat moment aan de orde zijn. Eén ding moet me wel van het hart, mede namens mijn collega. Wij ver zoeken U wel op het moment ruimschoots voordat het bestemmingsplan vastge steld wordt, een eenduidige aanduiding of inrichtingskaart tot onze beschik king te doen komen. Althans ter inzage te leggen want we hebben nu 2 kaart jes. Het ene is aangeduid met de schaalverhouding van 1 op 2500 en het ander 1 op 1000. Dat is natuurlijk geen vergelijking. Ik denk zoals de bolletjes ingekleurd zijn, kunnen wij ons er wel in vinden omdat we het gebied vrij goed kennen. Maar bij de nadere invulling en bij de vaststelling van het be stemmingsplan denk ik toch wel dat het dringend noodzakelijk is om er een eenduidige kaart tot onze beschikking te hebben op het moment dat we er een oordeel over moeten vellen. Maar nogmaals op dit moment kunnen we zeer goed uit de voeten met dit. Mevr. Baelemans i Bij agendapunt 8 heb ik al duidelijk gemotiveerd wat onze bezwaren zijn, van daar ook dat ik niet in herhaling zal treden. Ik hoorde alleen in het betoog van mevr. v.d. Bemd dat ze al op de hoogte is van uitspraken van de PPC. Mevr, v.d. Bemd Dat is heel klip en klaar en duidelijk door de portefeuillehouder aan ons medegedeeld dus dat hoeft U niet zo te verbazen. Mevr. Baelemans Voor mij is dat echt nieuw. Ik weet niet hoe dat met de anderen is, vandaar ook dat ik daarstraks bij agendapunt 8 al de opmerking gemaakt heb dat er geen enkele verdere ontwikkeling is. De voorzitter Nog andere leden van de raad? Dan is het woord aan wethouder Jochems. i i

Raadsnotulen

Rijsbergen: 1940-1996 | 1993 | | pagina 51