- 18 -
Dhr. Bourdrez
We moeten vandaag tot een oordeel komen wethouder. Die gegevens hadden er al
lang moeten liggen. Dat is voorheen als er bij een raadsvergadering een
besluit moet worden genomen, dan moet je de onderliggende gegevens hebben.
Het is waarschijnlijk de bedoeling dat we, zonder dat het goed gefundeerd
is, ja zeggen, maar zover krijgt U ons niet.
Wethouder Jochems
Punt 9 gaat over de verkoop van een stuk grond aan mevrouw Daamen-
Verschueren te Hulsberg. Dat is iets anders als de pachtovereenkomst met
mijnheer Daamen.
Dhr. Bourdrez
U maakt er deel van uit. Dan heeft U uw stukken niet goed gelezen.
Wethouder Jochems
Ja, ik heb de stukken toch wel goed gelezen.
De voorzitter
Ik zou toch willen vragen om de zaken wat recht te houden. Laten we eens
proberen niet uit te wijden in discussie. Ik denk niet dat dat verstandig en
goed is. Ik zou willen vragen; er zijn een aantal raadsleden die hebben er
kennelijk problemen mee, wensen die een stemverklaring af te leggen?
Dhr, v.d. Rijzen
Wij waren nog even bezig met de tweede instantie en mijnheer Jochems heeft
wel antwoord gegeven, maar nog onvoldoende.
De voorzitter
Goed, dan kunt U daar nog een keer op reageren. Maar laten we proberen de
zaken wat recht te houden. Dat lijkt me goed. Tweede instantie.
Dhr. Rietveld
U heeft het in uw nieuwjaarstoespraak ook al aangegeven over verhoudingen
tussen raad en college. Ik heb net met een paar dingen even aangegeven, wat
ik nou zo bijzonder jammer vind. Je weet ook wat onze opvatting over
bedrijventerrein is geweest. We hebben er ook in de commissie nog eens
uitvoerig met elkaar over gesproken. We hebben gesproken dat voor ons van
belang is, de verkaveling. We willen weten hoe die eruit ziet, of dat
volgens de normen is die de gemeente Rijsbergen aanlegt, of volgens de
normen van het PPC, heeft aangegeven dat die eigenlijk klaar was. Ik heb
daar nog een schriftelijke vraag over gesteld. Ik heb niets anders meer
gehoord dan dat het in handen gegeven is van de portefeuillehouder. In
plaats dat iemand nou gewoon zegt dat het niet klaar is. We zitten met
elkaar hier allerlei discussies te voeren. Ik probeer alleen aan te geven
dat U nou eens met die informatie komt, dan kunnen wij een oordeel geven.
Misschien dat het dan positief of negatief is. Dan hoeven we dat gedelibreer
hier in de vergadering op een gegeven moment ook niet meer te doen. Maar
zegt U dan gewoon dat het niet klaar is. Op een gegeven moment zegt U in de
commissievergadering dat wel. Ik vraag erom en krijg geen antwoord en nu
blijkt dat het niet klaar is. Op deze manier kan ik me helemaal geen oordeel
vormen omdat het voor ons van groot belang is of we nou wel of niet accoord
kunnen gaan met de aankoop van deze grond. Ik heb dat toen in de commissie
vergadering al heel duidelijk aangegeven. Ik geef dat vanavond wederom
duidelijk aan.