- 35 - besloten en daar zijn wij met elf mensen meemeegegaandat er een onderzoek ingesteld zou worden. We zouden kijken of we het verkeer er vandaan zouden kunnen krijgen. En als dat lukt, en we kunnen subsidie krijgen van de provin cie, en de provincie is bereid om de weg over te dragen, dan pas weten wij wat we gaan doen. Nu is er al een centrumplan. Het is absurd. Er is helemaal geen centrumplan. Men houdt zich doodgewoon, de coalitie houdt zich niet aan de afspraken die we daar met zijn allenover gemaakt hebben. Men gaat zijn eigen weg. Men gaat deelplannetjes maken. Er ligt zelfs met die deelplannen nog niets concreet op tafel. En dat is dan de overweging; Dat bedrijf hoort niet in de gemeente thuis. We krijgen eindeloos veel problemen over ons heen het is naar voor de man zelf. We moeten zorgen dat dat bedrijventerrein al lang functioneerde. Daar hoort de betreffende drukkerij thuis en we blijven er voorstander van en artikel 19 vind ik in feite nog maar bijzaak. Hij hoort er niet. We krijgen oeverloos veel problemen, dus wij kunnen hier jam- mergenoeg niet in meegaan. De voorzitter Nog andere leden van de raad? Dat is niet het geval, dan is het woord aan wethouder Jochems. Wethouder Jochems Ja, inhoudelijk wil ik er ook niet al te veel op ingaan, want ik denk niet dat dat nodig is. Er is al zoveel over gesproken, vandeweekin de commissie Grondzaken.Ik moet er wel op wijzen dat wat dhr. Bourdrez zegt, dat de coali tie zijn eigen weg gaat. Ik heb vandeweekook geproefd dat een gedeelte van de oppositie ook best wat voelt voor een deelplan in dat centrumplan. Dus, wat dat betreft staan wij dus niet alleen. Maar daar hebben wij het vanavond niet over. Ik wil daar eventjes antwoord op geven, op uw vraagstelling. Wij hebben het vandaag over een bedrijf, dat wij inmiddels hebben aangekocht. Een bedrijf heeft een ander pand gekocht van ons, artikel 19 daar hebben wij met elkaar inderdaad afspraken over gemaakt. Dat klopt. Wij zeggen van nu, zoweinigmogelijk. Dat moet u ook wel doen, want de provincie heeft wat dat betreft de broekriem aangetrokken. Die hebben gewoon gezegd, dat zij arti kel 19-procedures zo weinig mogelijk willen afgeven. Alleen, en dat staat bovenaan bij de provincie, wanneer de urgentie is aangegeven, wenste en wil len zij daar in meewerken. Wij denken als college (en ik ben blij dat de coalitie daar hetzelfde over denkt) dat wij hen daar mee moeten helpen. Dat die zo snel mogelijk op een andere locatie zijn bedrijf kan voortzetten. De voorzitter Bestaat er behoefte aan een tweede instantie? Dhr, v.d. Bemd Inderdaad: in zijn beantwoording, zegt de wethouder: ik heb ook binnen de commissie andere aangehoord en die delen de mening, dat er met deelplannen iets in dat centrum zou moeten gebeuren. Ik wil toch nog eens benadrukken ten overstaan van de gehele raad, dat wij als Werknemersbelangen gezegd heb ben: "mits". En dat "mits" was voor Werknemersbelangeneerst een onderzoek naar de parkeer-noodzaak-behoefte in de kom van Rijsbergen. Wij hebben toen zelfs tegen het pand van de weduwe Mertens, wat wij in het verleden altijd te duur vonden als gemeente om aan te kopen, daar hebben wij toen ja tegen gezegd. En 800 m2 zouden wij als een oplossing kunnen zien voor het parkeer probleem in het huidige centrum als dat aangetoond wordt. Want nogmaals: het valt allemaal reuze mee met de problemen van de parkeertoestand in Rijsber gen. Ik denk dat ook onze bewoners er mee moeten leren leven dat er een bepaalde loopafstand is naar de voorzieningen toe en niet dat men met de auto aan de balie geld af gaat halen of in de supermarkt boodschappen in gaat laden, want zo wil men in Rijsbergen nog steeds in 1993 functioneren.

Raadsnotulen

Rijsbergen: 1940-1996 | 1993 | | pagina 156