- 14 - Wethouder Jochems U hoeft mij niet voor te schuiven wat in dat Dorpsplan staat mijnheer v.d. Bemd. Ik was voorzitter van die commissie, dus ik denk wel dat ik ongeveer weet wat erin staat. Dat wil niet zeggen dat wij daar vanaf mogen wijken. Het kleinschalig bedrijventerrein is al een voorbeeld van wat niet in het Sorpsplan is verwoord. Daar heeft ook de meerderheid van de raad ja tegen gezegd. Dus wat dat betreft bestrijd ik Uw opvatting. Als er op een gegeven moment een kans geboren wordt om voor een redelijke prijs een goed stuk grond te kopen, waar we in de toekomst iets mee kunnen, dan is het college daar een heel groot voorstander van en dat raadsvoorstel ligt voor U. Mevr. Baelemans De wethouder zegt dat de gestelde vragen buiten de orde waren. Ik wil toch even terugkomen op het besluit, wat voor me ligt. Daarin staat wel degelijk in: overwegen dat in het ontwerp bestemmingsplan kleinschalig bedrijven terrein een gebied wordt opgenomen. Dat is de grond waar we het nu over hebben. Als U zegt, wij kopen deze grond aan, los van het bedrijventerrein, los van woondoeleindenVoor mij is het straks misschien als ruilobject, dan zeg ik nou prima. Wethouder Jochems Dat zou kunnen, dat zouden we er dan aan toe kunnen voegen. Mevr. Baelemans Waarom heeft U dit dan opgenomen in uw besluit? Wethouder Jochems Er zijn zoveel mogelijkheden straks op termijn, voor deze gronden, dat je er dan nog wel 2 of 3 aan toe kunt voegen. De voorzitter Ik wil de discussie afronden. Het blijft een babelonische spraakverwarring. Ik denk dat ik misschien enige helderheid kan geven. Het feit, een aantal sprekers hebben erop gewezen, actieve grondpolitiek waarbij de relatie gelegd wordt naar het Dorpsplan. Ik denk dat die relatie niet helemaal correct is. Ik denk dat veel meer het gemis zich doet voelen, dat er door U kennelijk gewenst wordt een beleidsnota of beleidsuitspraak m.b.t te verwerven gronden in zijn algemeenheid. Wat er nu gebeurt is grondverwerving aan de hand van de mogelijkheid die zich voordoet, de discussie die ook vanuit de raad komt. We gaan in de richting van een aanknopingspunt zoeken bij het beleid. Ik denk dat we gewoon in alle realiteit moeten vaststellen dat er geen vastgesteld beleid is m.b.t. het verwerven van grond. We hebben alleen de kretologie, om het zo maar even aan te duiden, van actieve grondpolitiek en daarbij is het enige toetsingscriterium wat daarbij gehanteerd wordt, het op te overziene termijn een mogelijkheid, dat je met die grond iets kunt. Ik denk dat dat het enige gegeven is en als U zegt van nou wij willen een beleid hebben m.b.t. grondverwerving in zijn algemeenheid, dan zullen we daar een stuk beleid op moeten ontwikkelen en daar ook uitspraken over doen. Dan heb je een toetsingsinstrument. Dhr, v.d. Bemd U moet reeël zijn. Ik vind dat U gewoon de mededeling aan de raad moet doen, we hebben het binnen nu en enkele jaren nodig voor de ontwikkeling van een bedrijventerrein. Anders hebben wij het op dit moment echt niet nodig.

Raadsnotulen

Rijsbergen: 1940-1996 | 1993 | | pagina 14