d
- 18 -
Dhr. Rietveld
Ja, de reden dat onder andere door Dorpsbelangen is verzocht om het aanvra
gen van een verklaring van geen bezwaar, conform artikel 19a, van de Wet op
de Ruimtelijke Ordening, aan de raad te laten, heeft niets met de betreffen
de persoon (dhr. Nuijten) te maken. Ik wil dit nog eens een keer in het open
baar naar voren brengen. De redenen echter zijn: 1.) de exploitatie-opzet
Hooiberg, fase II is nog steeds, ondanks eerdere toezeggingen niet beschik
baar. Op basis van deze exploitatie-opzet kan bepaald worden of het plan ren
dabei is. Hier hebben wij dus nog geen inzage in gehad. Een andere reden is
dat de grondprijs van de uit te geven gronden nog door de raad moeten worden
vastgesteld. Hierbij is uiteraard het wachten nog op de exploitatie-opzet.
Dat is de basis van het een en ander. 3.) Het bestemmingsplan is nog steeds
niet goedgekeurd door Provinciale Staten. In de commissie Grondzaken was una
niem afgesproken dat er géén gronden meer zouden worden uitgegeven voordat
de grondprijs zou zijn vastgesteld en het bestemmingsplan ook zou zijn goed
gekeurd. Ons verzoek om de aanvraag tot vrijstelling, conform artikel 19 van
de Wet op de Ruimtelijke Ordening, aan de raad te laten, hebben wij ingetrok
ken, omdat wij een inwoner van Rijsbergen niet de dupe willen laten zijn van
het niet nakomenvan de gemaakte afspraken. Laat het echter duidelijk zijn
dat wij verdere verzoeken tot het aanvragen en verlenen van vrijstelling zul
len toetsen aan de door ons eerder geformuleerde afspraken.
De voorzitter
Nog andere leden van de raad?
Dhr. Bourdrez
Ja, ik wil naar buiten zeer nadrukkelijk de indruk wegnemen, dat wij wie dan
ook; of die meneer nu Nuijtenheet, of wat dan ook, nadelig willen beïnvloe
den. Wij hebben in de raad een stuk informatie gekregen en er werd aan dhr.
Nuijteneen perceel toegewezen en zo staat het letterlijk in de stukken: in
verband met Brabant Chemie. Als dat nu echt zo was geweest, dan was het aan
houden bij de raad terecht geweest, maar er was een andere achtergrond en
die informatie hadden wij wel moeten hebben, want deze man heeft voor de Ju-
lianastraat (tot drie keer toe) bouwtekeningen ingediend en telkens nee op
het requestgekregenomdat wij ver over het woningbouwcontingent heen wa
ren. Dat is voor ons de reden geweest om te zeggen: het is niet billijk om
die man opnieuw op dit moment voor de slagboom te laten staan. Maar wij zijn
zeer nadrukkelijk de mening toegedaan dat dhr. Nuijtendaar moreel recht op
heeft, maar dat wij vanaf dit moment geen enkel geval van artikel 19 meer
zullen goedkeuren. Eerst moet het bestemmingsplan worden vastgesteld, eerst
moet er een kostprijs-berekening op tafel liggen en dan kijken wij verder.
Wij hebben dhr. Nuijtenzeer nadrukkelijk niet willen benadelen; wij hadden
geen goede informatie, anders hadden wij het in dat geval nooit gedaan.
Dhr, v.d. Bemd
Ik kan onderschrijven wat door de collega's hier ter tafel is gebracht. Ik
sta daar volledig achter.
Mevr, v.d. Bemd
In uw voorstel zet u: "het commissielid, mevr. v.d. Bemd-Deckersadviseert
positief". Ik heb echter net iets meer gezegd in de commissie. Dat wil ik
hier toch wel even kwijt. Ik heb natuurlijk even zo goed als de overige spre
kers problemen gehad bij het toepassen van artikel 19. Waarom: omdat datgene
wat wij in het verleden al zo vaak aan de orde gesteld hebben, het toetsings
kader, dat ontbreekt iedere keer opnieuw, waardoor wij de urgentie niet kun
nen bepalen of inderdaad een artikel 19 nodig of noodzakelijk is. Ik hoop
net een van de vorige sprekers zeggen dat er door hen geen medewerking ver
leend zal worden. Dat vind ik gewoon jammer, want daardoor kan er natuurlijk