Door de gemeenteraad zonder hoofdelijke stemming conform voorstel besloten °P 0 3 JUNI 1993 Notulen van de openbare vergadering van de raad der gemeente Rijsbergen op donderdag 15 april 1993 's avonds om 20.00 uur ten gemeentehuize. AanwezigMevr. E.C.A.M. Baelemans-Goos Dhr. J.C.M. v.d. Bemd; Mevr. M.C. v.d. Bemd-Deckers Dhr. J.H.L.H. Bourdrez; Dhr. C.A.J. Jochems; Dhr. A.H.J. Martens; Dhr. P.L. Rietveld; Dhr. L.A.D.M. v.d. Rijzen; Dhr. M.A. v.d. Sande; Dhr. P.G.H.N. Utens; Dhr. A.J.M. Verschueren. DE VOORZITTER: Dhr. N.J.L. de Jaeger. DE SECRETARIS: Dhr. F.A.J.M. van Beek. De voorzitter opent de vergadering middels het uitspreken van het ambtsgebed. De voorzitter Een verzoek van de techniek is om de microfoons niet te verplaatsen maar te laten staan zoals ze nu staan. U kunt ze gebruiken door de zwarte knop in te drukken. Dames en heren, deze vergadering is bijeengeroepen naar aanleiding van een verzoek van vier leden van de raad, gedateerd 8 april 1993. De brief was ondertekend door dhr. Bourdrez, mevr. Baelemans, dhr. v.d. Bemd en dhr. v.d. Sande, op basis van artikel 47 van de gemeentewet. U hebt inmiddels kennis kunnen nemen waar het om gaat. Het is een voorstel, een brief, die in 2 delen uiteen valt. Dat is op de eerste plaats om te bezien of er een eventueel plaatsvervangend wethouder moet worden benoemd. Zoja, het tweede stuk, dan over te gaan tot aanwijzen van een plaatsvervangend wethouder. Het pré-advies van het college hierop is als volgt: Wij hebben geen behoefte aan de benoeming van een plaatsvervangend wethouder, noch dat de noodzaak daartoe aanwezig is en het college ontraadt dit voorstel. Het is op de eerste plaats een procedure waar we nu over praten, dus aan de inhoud komen we nu nog niet toeWie wenst daarover het woord? Dhr. Bourdrez Ik ben bijzonder blij en gelukkig dat de beide heren die een week geleden afwezig waren -en dat had misschien wel heel lang kunnen duren maar het is ten goede gekeerd- dat ze allen weer bij deze raadsvergadering aanwezig zijn. Dus de druk is wat dat betreft van de ketel. Maar desondanks meen ik, dat het ook voor de toekomst wellicht zinvol is waarnemers aan te wijzen voor beide wethouders. Wat niet is kan komen en ik hoop het niet, maar we hebben het toch ook wel eens met andere wethouders gehad. U bent ook wel eens een poosje afwezig. Waarom zouden we niet een plaatsvervanger aanwijzen? Want het is nu eenmaal zo, dat als er twee overblijven en u bent het eens met die wethouder, dan gaat dat alles netjes door en krijgt u in ieder geval uw zin. Mocht u tegen zijn of de wethouder tegen zijn en u bent een andere mening toegedaan, dan houdt het in, dat aangezien er maar 2 mensen zijn de voorzitter doorslaggevende stem heeft en dan krijgt u ook uw zin. Dus als er twee wethouders zijn dan krijgt u altijd het gelijk aan uw kant. Ik geloof dat dat democratisch gezien geen juiste benadering is.

Raadsnotulen

Rijsbergen: 1940-1996 | 1993 | | pagina 113