- 18 - we gegevens (Brabant Chemie) ingeruild voor een standpunt voor de verhoging van de OZB. Overigens is er van de verhoging niets gereserveerd voor de ko mende bodemsaneringTijdens de bewuste begrotingsbehandeling was het col lege nog van mening dat een beroep gedaan kon worden op de zgn. "hardheids clausule". Dit zou betekenen dat Rijsbergen eventueel voor een kleiner deel dan 10% van de totale kosten aangeslagen zou worden. De fraktie Dorpsbelan gen heeft toen reeds aangegeven dat dit waarschijnlijk een illusie was en dat men daarom diende te reserveren voor deze bodemsanering. Toen werd van uit het college reeds aangegeven dat gestart zou worden in 1991. Wij reali seren ons dat ook het college het niet in de hand heeft wanneer de bodemsa nering gestart gaat worden. Wel had men het advies van Dorpsbelangen kunnen opvolgen en rekening kunnen houden met de op ons afkomende kosten. Een even tuele bovenmatige verhoging van de onroerend goed belasting nu of in de toe komst voor de kosten van de bodemsanering wijzen wij dan ook af. Dit is reeds gebeurd in 1991. De post "voorziening bodemsanering" en/of de post "al gemene reserve" dienen voldoende middelen te hebben om de toekomstige claim van ca. 2,5 miljoen op te kunnen vangen, temeer omdat een uitkering via de "hardheidsclausule" nog twijfelachtig is. Wij adviseren het college en de o- verige raadsleden dit voorstel over te nemen. Overigens rest ons de vraag of de aanvraag voor de hardheidsclausule al ingediend is De Leijakker Zoals ieder bekend is hadden en hebben wij grote problemen met de wijze waar op de overeenkomst tot stand is gekomen. Nog steeds zijn wij van mening dat de informatievoorziening naar de raad onvolledig was. Het uiteindelijke be drijfseconomische onderzoek heeft informatie opgeleverd welke toegerekend was naar een bepaalde uitkomst. Ook in de commissievergaderingen en de raads vergaderingen heeft de opstelling van met name de portefeuillehouder finan ciën er toe bijgedragen dat wij met nog zeer veel vragen zitten. Zoals ons nu duidelijk is geworden is de overeenkomst nog niet getekend. Nog erger, door het afwijzen van de planschade clausule door Piusoord dient naar onze mening de overeenkomst opnieuw bekrachtigd te worden door de raad. Het aan leggen van een zwembad en de daarbij behorende infrastrukturele werken (deels) voor rekening van de gemeente Rijsbergen achten wij niet noodzake lijk. Wij zijn overigens, naar aanleiding van de verwikkelingen rondom de overeenkomst met De Leijakker en de verwikkelingen rondom het voorstel tot wisselen van accountantskantoor van mening dat de portefeuille financiën definitief weggehaald moet worden bij de voorzitter van de raad. Bestemmingsplan buitengebied Een adequaat instrument voor het buitengebied ontbreekt. Zo snel mogelijk dient gestart te worden met de herziening van het bstemmingsplan Buitenge bied. De bescherming van het agrarisch gebied speelt hierbij voor ons een zeer belangrijke rol. De hoogte van de investering ad fl. 85.000,- per jaar lijkt ons erg hoog begroot. Een juiste begroting dient op zo kort mogelijke termijn beschikbaar te komen. Overigens stellen wij voor deze kosten ten laste te laten komen van het grondbedrijf. Belastingdruk Het voortdurend zwaarder belasten van de inwoners van Rijsbergen dient waar mogelijk achterwege te blijven. De lasten opgelegd door de landelijke over heid stijgen snel; de lasten opgelegd door de lokale overheid (Rijsbergen) stijgen nog sneller. De rek is onderhand uit met name voor de mensen met la gere inkomens. Voorts is bekend dat wij als agrarische plattelandsgemeente een belastingdruk hebben welke fors hoger is in vergelijking met omliggende gemeenten (Rijsbergen fl. 355,- per inwoner en onze buurgenoot Zundert ca. fl. 140,- per inwoner) 4 I

Raadsnotulen

Rijsbergen: 1940-1996 | 1992 | | pagina 80