I
- 8 -
groting als een gemeentebegroting slechts weinig ruimte biedt voor nieuw be
leid. In dit verband denken wij hooguit aan enkele procenten van het totale
begrotingsbedrag. Wanneer we toch nieuw beleid willen zouden bepaalde begro
tingsposten lager moeten worden geraamd dan het jaar daarvoor. Maar als men
daartoe niet bereid is, worden bestaande begrotingsposten verhoogd of nieuwe
begrotingsposten opgevoerd, zodat het uitgavenpakket blijft stijgen en zelfs
sterker dan de vergoeding van het rijk zulks toestaat. Het gevolg van een en
ander is dat de inkomsten van de gemeente (de zogenaamde eigen inkomsten)
moeten worden verhoogd. Dus O.Z.B. Zoals u weet zijn wij daar fel tegenstan
der van, temeer omdat de O.Z.B. 2 jaar geleden al met 40% is verhoogd en de
financiële druk op de bevolking al aan de forse kant is op dit moment in ver
gelijking met de omliggende plaatsen. Wij zijn dan ook van mening dat voor
nieuwe uitgaven elders in de begroting bezuinigingen gevonden dienen te wor
den. Dit zijn wij echter in de begroting 1993 niet tegen gekomen. In dit ver
band zouden wij zoals al eerder door ons is ingebracht een vergelijkend on
derzoek willen laten instellen naar de uitgaven van de bibliotheek. Ook zijn
wij tegenstander van verdere uitbreiding van de personeelsbezetting. Van vas
te aanstellingen mag onder de huidige onzekere situatie al helemaal geen
sprake zijn. De belangrijkste begrotingspost betreft de bijdrage aan het zo
genaamde wegenfondsMet de afboekingen van wegeninvesteringen ten laste van
de algemene reserve kunnen wij uitsluitend akkoord gaan indien gelijktijdig
een nieuwe calculatie voor het wegenfonds wordt overlegd, omdat het zeer wel
mogelijk is dat er door deze afboeking ruimte in het fonds ontstaat. Voorts
zijn wij van mening dat jaarlijks een nacalculatie van de uitgevoerde werken
dient te worden overlegd, alsmede een nieuwe berekening van de stand van het
wegenfonds en de toekomstige claims die er op rusten. Hetzelfde geldt in dit
verband voor het rioleringsfonds. Ook de realisatie van het bedrijventerrein
heeft onze volle aandacht. Naar wij verwachten zult u met voortvarendheid
aan de realisering van het terrein blijven werken en verwachten wij van u
dat u ook bij G.S. op de nodige spoed zult aandringen. In welke omvang het
terrein bouwrijp gemaakt dient te worden hangt vanzelfsprekend af van de in
teresse welke er van de zijde van het bedrijfsleven wordt getoond. In dit
verband denken wij slechts zijdelings aan bedrijven, welke t.b.v. het cen
trumplan zullen worden aangekocht door de gemeente. Wij gaan ervan uit dat u
met de nodige inzet werkt aan de goedkeuring van het uitbreidingsplan Hooi
berg fase II, en tevens het verkeerscirculatieplan in relatie tot de twee
vorige punten zo snel mogeljk ter discussie voorlegt aan de raad. Wat be
treft het centrumplan zien wij met belangstelling de uitkomsten van het ver-
keersonderzoek tegemoet. Pas daarna kunnen wij ons op verdere maatregelen be
zinnen. Sluiproutes zullen moeten worden vermeden, indien het zware vracht
verkeer de Sint Bavostraat zal moeten mijden. In de omleiding over Belgie
zien wij voorhands geen oplossing. De kosten die verbonden zijn aan de rea
lisatie van het centrumplan mogen alleen drukken op gemeenschapsgelden van
Rijsbergen, als duidelijk is dat dit centrumplan zijn nut afwerpt voor de
Rijsbergse gemeenschap. Zoals u weet blijven wij voorstander van het aanslui
ten van het buitengebied op centraal antenne inclusief superonrendabele pan
den. Ook zien wij met belanstelling een globale kostenopzet tegemoet voor de
panden, welke niet zijn aangesloten op drukrioleringDe superonrendabele
gevallen zullen uit kostenoverwegingen wellicht daarin niet meegenomen kun
nen worden, wij hebben er in principe geen bezwaar tegen indien de kosten
van het vuil ophalen en diverse milieumaatregelen, welke van hogerhand wor
den opgelegd geheel aan de burger worden doorberekend. Natuurlijk moeten wij
wel openstaan voor individuele gevallen waarbij de hogere lasten tot onver
antwoorde problemen zouden leiden. De voorlichting aan de bevolking willen
wij nogmaals extra onder uw aandacht brengen. Wij vinden dat hiervan in 1992
nog weinig terecht gekomen is. Zo vinden wij ook dat er meer aandacht be
steed dient te worden aan informatie zowel voor als tijdens de commissie- en
raadsvergaderingen. Wij denken bepaald niet aan het aanstellen van een daar-