- 4 -
de burgers heel erg belangrijk zal zijn. We hebben toen ook in de commissie
een duidelijke opmerking gemaakt, met name over het stuk op bladzijde 7, wat
betreft de woningtoewijzing. Met name dat er een zeer goede spreiding moet
zijn binnen Rijsbergen, wil men dit realiseren.
Dhr, v.d. Sande
Een paar opmerkingen; om te beginnen met de opmerking van mevr. v.d. Bemd
over het samenvoegen van twee belastingen; daarover zou ik het college wil
len adviseren om daar niet te snel toe over te gaan, ook niet in het advies.
Ik denk dat je het duidelijk moet hebben van belastingen als zodanig. Ten
aanzien van het woningbouwbeleid: ik denk opzich dat als je deze nota goed
leest, dat je zegt dat we de juiste woning bij de juiste mensen moeten zien
te krijgen. Dus is er voor het college nog een behoorlijke uitdaging om in
het bestemmen van woningen in de diverse gebieden van Rijsbergen een beleid
vast te stellen. Anders krijg je toch een bepaald gebied waar alleen wonin
gen zijn met goedkopere huur. Ik denk dat - als je deze nota aanneemt en
hier consequent mee omgaat - dat je dat in je beleid zult moeten plaatsen.
Evenzo het Sociaal Cultureel fonds, waarin gesproken wordt over mensen met
een minimum-uitkering, toch te bewegen en te betrekken bij dit gebeuren,
zoals anderen gezegd hebben: voorlichting en evalueren zijn een taak voor de
toekomst om deze nota goed gestalte te kunnen geven.
De voorzitter
Nog andere leden van de raad? Dat is niet het geval. Dan is het woord aan
wethouder Utens
Wethouder Utens
Ja, erg ingenomen met de opmerkingen die, denk ik, primair aan het ambtelijk
apparaat gericht zijn, die daar een hoop energie ingestoken hebben. Ik denk
dat dat ook zeer op zijn plaats is. De nota "Minimabeleid" is reeds een hele
tijd - binnen deze raad - onderwerp van discussie geweest, met name: "Wan
neer komt hij nu"? Hij is reeds toegezegd bij de begroting van 1990. Ja dat
klopt, het was de bedoeling om hem bij de begroting van 1991 te presenteren,
ware het niet (u hebt dat ook in de aanhef op pagine 1 kunnen lezen) dat we
in 1991 geconfronteerd werden met de decentralisatie Bijzondere Bijstand en
daardoor kwam de mogelijkheid van het opstarten van een minimabeleid, zoals
dat in de jaren '80 te doen gebruikelijk was en wat onze gemeente nog niet
kende, om daar een opstart mee te maken. Dat betekende dat je toch even een
pas op de plaats moest maken en dat je moest evalueren wat met name de ge
volgen waren van het rijksbeleid. Nu, die zijn eind 1991 duidelijk in beeld
gekomen en is de voorbereiding opgestart tot het realiseren van deze nota:
"minimabeleid", zoals die hiervoor ligt. Een nota die ook zeker zijn beper
kingen heeft. U heeft dat kunnen lezen in de nota, dat hij primair aanvul
lend bedoeld is wanneer andere regelingen: bijzondere bijstand, algemene
bijstand e.d. niet voldoende houvast kunnen bieden; dan komt die nota "mini
mabeleid" om de hoek zetten en mogelijk dat deze dan, naar diegene die daar
voor in aanmerking komen, de helpende hand kan bieden. Dat is de ene kant
van de zaak; dus de geldelijke ondersteuning met beperkingen. De andere zij
de (mevrouw Baelemans en dhr. v.d. Sande refereren daaraan)Ik beluister
daar toch wat verwarring: begrippen die men door elkaar haalt over woning
bouwbeleid, want hiermee bedoeld is, met name hetgeen om primair ook te kij
ken binnen het huidige woningbestand van de gemeente Rijsbergen, om met name
daar de woningen die de lagere huur kennen, om die primair te bestemmen voor
mensen die met een minimum inkomen rond moeten komenDat is denk ik iets
anders dan bedoeld wordt met het concentreren van woningen in een bepaalde
wijk, wat ik beluister. Dat heeft iets te maken met woningbouwbeleid. En
hier is het de insteek dat je vanuit het minimabeleid ook actief bent en
kijkt naar de inkomensgrenzen. Dan hoef je als gemeente minder financiële
middelen bij te dragen en kun je die woningen met de lagere huur ook primair