- - 37 - aantal terminologiënals vakman geeft hij aan dat het niet goed zou zijn. Ja, wij hebben nog maar eens een keer de moeite genomen om dat die vraag aan VB-Accountants voor te leggen, mijnheer Bourdrez. En als de voorzitter het mij toestaat wil ik daar een paar passages uit die brief voorlezen. In uw schrijven dd. 3 november legt u ons de vraag voor, of het verantwoor den in het Grondbedrijf van een gemeentelijke bijdrage van fl. 800.000,in het door Piusoord te realiseren zwembad in strijd is met de gemeentelijke comptabiliteitsvoorschriften. Wij hebben ons bij de beoordeling van deze transactie dan ook primair bezig gehouden met het al dan niet strijdig zijn van de door u voorgestane constructie en niet zo zeer met de vraag welke wijze van verantwoording op grond van de voorschriften de voorkeur verdient. Naar onze mening is de door u voorgestane verantwoording van bedoelde bijdra ge in het Grondbedrijf niet in strijd met de Comptabiliteitsvoorschriften. In advies nr. 4 van de gemeentelijke comptabiliteitsvoorschriften dat betrek king heeft op de verantwoording van de grondexploitatie is niets expliciet geregeld over investeringsbijdrage in het kader van de grondexploitatie. Ter onderbouwing van uw keuze kan naar onze mening worden aangevoerd dat de bijdrage als zodanig onderdeel uitmaakt van de totale grondtransactie het geen ook blijkt uit onder andere de navolgende zaken: In de overeenkomst betreffende de realisering van het bestemmingsplan "De Leyakker" in de gemeente Rijsbergen, wordt in artikel 2.3 gesproken over "de ze gemeentelijke bijdrage". In het aan uw college uitgebrachte advies d.d. 16 april 1992, door een door u geraadpleegde register-accountant, wordt aan gegeven dat (wij citeren:"op basis van de brief van 4 november 1991 is het aannemelijk dat de stichting minimaal fl. 800.000,bijdrage van de gemeen te verwacht. Het hiervoor benodigde geld zal de gemeente dienen te genereren uit verkoop van de gronden voor de vrije sector", einde citaat. Ook hier wordt dus een directe relatie met de grondexploitatie verondersteld. Bij on ze ervaringen in den lande met grondexploitatie-berekeningen hebben wij di verse vormen van gemeentelijke bijdrage in objecten, welke op de te verkopen grond moesten worden gerealiseerd, aangetroffen. In de meeste gevallen ging het hier om bedrijfsgebouwen of voorzieningen op het terrein. Deze bijdragen werden als onderdeel van de transactie in het grondbedrijf verantwoord. Door toeziende instanties werd noch bij de goedkeuring van de betreffende exploitatie-opzet, noch bij de vaststelling van de betreffende jaarrekeningen bezwaar gemaakt tegen deze verantwoordingswij zeResumerend kunnen wij dan ook stellen dat naar onze mening de verantwoording in het grondbedrijf van de eventuele bijdrage aan Piusoord in de kosten van het zwembad niet in strijd is met de comptabiliteitsvoorschriften. Ik zou graag de bode uit willen nodigen deze brieven te copieren en ter beschikking te stellen van de raadsleden, zodat zij daar ook zelf kennis van kunnen nemen. Ik hoop dat het duidelijk is voor iedereen. Dhr. Bourdrez Ik moet wel even opmerken: ik kan niet zeggen dat.... De voorzitter Bestaat er behoefte aan een tweede instantie? Wie wenst er te spreken in tweede instantie. Dhr, v.d. Sande Ja, u ging nog ver terug naar 1986. Zover ben ik in mijn verhaal niet ge gaan. U sprak wel over "het slimste jongetje" proberen te zijn. Wij zijn hier met een zaak bezig en al die denigrerende opmerkingen, daar distantieer ik mij van. Het gaat hier om een financiële afwikkeling. Daar moet je zorg vuldig mee omgaan, wat er ook in de contact-besprekingen plaats gevonden heeft. Het zij zo, dat er een bedrag, wanneer dan ook over fl. 800.000,

Raadsnotulen

Rijsbergen: 1940-1996 | 1992 | | pagina 153